was om een evaluatierapport of een nota te verkrijgen, en die vervolgens
te bespreken in de commissie financiën.
De heer Hennekam merkt op dat het hier, zoals inmiddels gebleken is, handelt
om een delicaat onderwerp. Mede omdat het college besloten heeft het voor
stel aan te houden wenst hij niet inhoudelijk op de zaak in te gaan. De
suggestie om een informele raadsvergadering te houden, volgt hij voorals
nog niet. Hij is van mening dat een eerste taakopdracht voor het college
behoort te zijn, datgene te verzorgen wat de commissie financiën heeft
gevraagd. Hij kan zich voorstellen dat die informatie vervolgens ter be
spreking wordt voorgedragen in de commissie bestuurlijke zaken of anders
zins, en dat op grond daarvan zal worden besloten hoe verder te procederen
Hij acht het niet wenselijk in deze zaak te ver vooruit -_telt
voor 3?n "vtT li^~ctr-vaYor<rr~fëi'n^r 3~.dat julsl
bij een zaak als aeze verhinderd moet worden dat zaken zich in de be
slotenheid afspelen, hetgeen nu eenmaal inhaerent is aan een informele
raadsvergadering. Indien er te zijner tijd een voorstel zal worden aan
geboden behoeft er niets verborgen te blijven en spreker vindt' dat in
formele raadsvergaderingen zoveel mogelijk vermeden dienen te worden.
Hij wijst het houden van een informele raadsvergadering voor het ver
strekken van informatie niet zonder meer af, maar het eerste verzoek
van de commissie is geweest om alle gegevens en alles wat gezegd is
eens op een rij 'ce zetten, waarna vervolgens besloten kan worden hoe
de procedure verder moet verlopen. Het is dan aan het college om deze
informatie eerst aan een commissie voor te leggen, of wellicht aan de
fraktievoorzitters, maar hij wijst er op dat de weg naar de commissie
uitsluitend een tussenstation kan zijn naar de gemeenteraad.
Ook de heer Dirven wijst .op dit moment het houden van een informele
raadsvergadering af. Hij is van mening dat deze zaak eerst besproken
dient te worden in de commissie financiën en, indien gewenst, in andere
raadscommissies
De heer van der Bom deelt mede oat de verlangens van zijn fraktie de
zelfde zijn als die welke verwoord in de commissie financiën.
In zijn beantwoording deelt de voorzitter mede dat de commissie financiën
zal worden voorzien van alle informatie die zij wenselijk acht waarna
het ongewijzigde college-voorstel opnieuw aan de raad zal worden aange
boden.
Naar aanleiding daarvan merkt de heer Hennekam op dat de commissie
financiën twee adviezen heeft gegeven, namelijk a) te worden voorzien
van een zo uitvoerig mogelijke informatie en b) aan de informatie voor
alsnog geen conclusie te verbinden, maar dat eerst te bespreken. Uit
de woorden van de voorzitter meent hij iets anders te hebben beluisterd,
doch hij vindt dat dat eerst een etappe verder kan worden bezien.
De voorzitter sluit de discussie met
de mededeling dat burgemeester en wet
houders het voorstel aanhouden en de
commissie financiën van de onder a. en
b. gevraagde informatie zullen voorzien.
24) Mededelingen.
De voorzitter merkt op dat de raadsleden inmiddels het eerste informatie
bulletin van burgemeester en wethouders hebben ontvangen. De bedoeling
is om dit in de toekomst zo mogelijk iedere twee maanden te doen. Hij
wijst vervolgens met nadruk op de aard en het karakter van dit twee-maande
lijks informatiebulletin ten behoeve van de raadsleden, waarvan ht niet
de bedoeling is dat het, of onderdelen eruit, ter discussie wordt gesteld
of dat er vragen worden gesteld ter meerdere informatie. De bedoeling
is uitsluitend aan te geven waarmede burgemeester en wethouders doende
zijn.
-21-