-4-
De heer van der Bom vindt het jammer dat als gevolg van de grote hoeveel
heid ingekomen stukken, het voor de individuele raadsleden niet goed moge
lijk is geweest daarvan uitvoerig kennis te nemen. Hij stelt dan ook voor
- zoals eerder is gedaan in de commissie bestuurlijke zaken - om diverse
ingekomen brieven, eventueel voorzien van een antwoord van burgemeester
en wethouders, vooraf aan de raadsleden ter kennisneming toe te zenden.
De voorzitter wenst er geen misverstand over te laten bestaan dat, indien
er vanuit de gemeenteraad schriftelijke vragen worden gesteld, het college
binnen drie weken na ontvangst daarvan schriftelijk zal antwoorden en dat
copieën van zowel de vragen als de antwoorden aan alle leden van de raad
zullen worden toegezonden.
Daarnaast deelt de voorzitter mede dat in de commissie bestuurszaken ge
sproken is over de wenselijkheid om van bepaalde ingekomen stukken waarvan
het thans gebruik is dat deze ter inzage wordt gelegd, copieën te maken en
deze als bijlage bij de agenda voor de raadsvergadering aan de raadsleden
toe te zenden. In een volgende vergadering zal daarop worden teruggekomen.
Naar aanleiding van het schrijven genoemd onder x) verheugt het de heer van
der Bom geconstateerd te hebben dat het college daarvoor een oplossing
heeft gevonden en hij hoopt dat een en ander op korte termijn gerealiseerd
zal kunnen worden. Spreker betreurt vervolgens het ingekomen schrijven ge
noemd onder bb). Zoals bekend is de afzender daarvan lid van de beheers
commissie Eikebos bij wie het genoegzaam bekend was welke wensen er bij
het college leefden ten aanzien van te treffen maatregelen rond het op
treden van de "Veulpoepers"Zover hëm bekend heeft de briefschrijver inder
tijd zijn instemming met het nemen van deze maatregelen betuigd.
De heer Lodewijks bestrijdt dit. De bevoegdheden op het terrein van de hand
having der openbare orde berusten uitsluitend bij de burgemeester, en van
de door deze noodzakelijk geachte maatregelen is de beheerscommissie in
kennis gesteld. Hij zegt deze maatregelen persoonlijk steeds overdreven
te hebben gevonden, en hij heeft zijn brief aan het college i.e. aan de
burgemeester geschreven in zijn functie als lid van de gemeenteraad en
niet als lid van de beheerscommissie.
Vervolgens worden de stukken a t/m v
voor kennisgeving aangenomen en de stukken
w t/m ee voor nader advies c.q. ter af
doening in handen van burgemeester en wet
houders gesteld.
4) Mededelingen over de gewestraad.
Er zijn geen mededelingen te doen.
5) Beëdiging van de heer P.A.M. Geerts tot waarnemend gemeente-secretaris.
De voorzitter vraagt de heer Geerts de volgens de wet vereiste eden of
beloften te willen afleggen.
De heer Geerts zegt de eden te willen afleggen.
Daarna leest de voorzitter de volgende formule van de zuiveringseed voor:
"Ik zweer, dat ik, om tot waarnemend secretaris benoemd te worden, directe-
lijk of indirectelijkaan geen persoon, onder wat naam of voorwendsel ook,
enige giften of gaven beloofd of gegeven heb. Ik beloof, dat ik om iets
hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd
enige beloften of geschenken aannemen zal, directelijk of indirectelijk".
Daarna zegt de heer Geerts: "Zo waarlijk helpe mij God almachtig".