-13- Voor wat betreft de situatie rond het Velsgoed-Heikantsestraat-Schutse- straat, is hij het met voorgaande sprekers eens dat bij de overlast die daar wordt ondervonden meer de nadruk moet worden gelegd op het verkeer dan op het daardoor veroorzaakte geluid. Hij ondersteunt dan ook van harte het voorstel van de heer de Hoon om voor bepaalde tijden een rijverbod in te stellen. De heer Roeien zegt dat de problematiek rond de geluidsoverlast de C.D.A.-fraktie zeer ter harte gaat. Zijn fraktie staat positief tegen over datgene wat tezamen met de ambtelijke werkgroep is verricht en waaruit dit voorstel is voortgekomen, doch er leven toch ook enige bedenkingen. Er wordt namelijk een bedrag gevraagd van f. 17.500, voor het doen uitvoeren van de eerste fase van een onderzoek. Er kan niet worden aangegeven welke, afhankelijk van het onderzoek, de kos ten zullen zijn van de tweede fase. Bovendien vermeldt het college in zijn nota wel, dat eind 1980/begin 1981 Prinsenbeek aan de beurt is om door het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne ter zake te worden geïnventariseerd. Zijn fraktie vraagt zich dan ook af waarom in juni 1980 een krediet van f. 17.500,moet worden gevoteerd om de eerste fase van het onderzoek te laten uitvoeren terwijl het mogelijk is de resultaten van het door het Ministerie te verrichten onderzoek af te wachten en met de uitkomsten daarvan te bezien welke eventuele aanvullende onderzoeken nog nodig zijn om tot bepaalde uit komsten te komen. Hij wijst er op dat, indien de gemeenteraad dit krediet voteert, dit leidt tot een einde van een eerste fase, de noodzaak van een tweede fase, en uitmondend in een aantal aanbevelingen waarna de raad voor de vraag wordt gesteld hoe deze in te vullen. Gezien de be schikbare financiële middelen van het Rijk op dit moment, verwacht spreker, dat er in den lande tracés voorkomen waarvan men het urgenter vindt daarvoor voorzieningen te treffen dan voor de A 16. Ook is hij van mening dat de kosten welke gemoeid zijn met het treffen van deze voor zieningen, het gemeentelijk budget te boven zullen gaan. Hij vraagt zich dan ook af, of door ja te zeggen tegen het voorstel op dit mo ment, geen valse verwachtingen worden gewekt bij de Prinsenbeekse ingezetenen. Die zouden zich namelijk kunnen gaan afvragen of de ge meenteraad na dit onderzoek en de tweede fase ook daadwerkelijk zal besluiten tot het oplossen van de problemen. Zijn fraktie is dan ook van mening voorshands een afwijzende houding te moeten aannemen tegen dit voorstel: af te wachten wat de resultaten zullen zijn van het eind 1980/begin 1981 te verrichten onderzoek, en met de daaruit vrijkomende gegevens te bezien welke aanvullende informatie nodig is om tot een duidelijker inzicht te komen. In zijn beantwoording deelt wethouder Houtepen mede, dat naar aanleiding van de alom duidelijk aanwezig zijnde behoefte om maatregelen te nemen tegen de geluidsoverlast welke op diverse plaatsen wordt ondervonden, een ambtelijke werkgroep zich met deze materie heeft bezig gehouden, hetgeen heeft geresulteerd in het nu voorliggende voorstel. Het col lege heeft gemeend in dit geval geen tweede offerte te moeten vragen, omdat zij ervan uit ging dat het DHV Raadgevend Ingenieursbureau te Amersfoort reeds werkt in opdracht van het Ministerie van Volksgezond heid en milieuhygiëne, welke Ministerie op landelijk niveau met de onderhavige problematiek werkzaam is. Niettemin acht hij het verzoek van de heer de Hoon om eveneens een offerte te vragen bij het akoestisch adviesbureau Peutz N.V. te Nijmegen, voor inwilliging vatbaar. Voor wat betreft de eventuele maatregelen welke er genomen zouden moeten worden ter oplossing van de geluidsoverlast, wijst spreker er op dat rijksweg 16 in eigendom en beheer is bij Rijkswaterstaat en dat voor een erg belangrijk deel déar bepaalt zal worden welke maatregelen worden genomen. Het college ziet het echter wel als zijn taak om er bij deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 146