-17-
beziet en q.edoogd, met daarbij geen enkele zekerheid dat deze voorzie
ning op langere termijn gehandhaafd kan blijven, vindt de heer Roeien
het thans gevraagde krediet vrij fors. Hij is van mening dat bij iedere
discussie over het zwembad "de Kuil" dit provinciale gezichtspunt uit
gangspunt dient te zijn. Zijn fraktie is wel van oordeel dat een reno
vatie van "de Kuil" noodzakelijk is, maar zij heeft goede nota genomen
van de discussie die gevoerd is in de commissie financiën. Hij is van
meninq dat tijdens die discussie een aantal zaken naar voren zijn ge
bracht die waardevol zijn en zouden kunnen leiden tot een aangepaste
renovatie die aanmerkelijk goedkoper is.
Hij spreekt de hoop uit dat het college bij het nader beschouwen van de
noodzakelijke en gewenste voorzieningen zich zal laten leiden door het
tijdelijke karakter van deze accommodatie en nadrukkelijk daarbij be
trekt hetgeen daarover in de commissievergadering is gezegd.
Namens zijn fraktie adviseert hij het college om de gemeenteraad in zijn
vergadering van augustus aanstaande een nieuw voorstel aan te bieden, waar
bij naar zijn oordeel het vereiste krediet om tot een goede aanpassing
te komen aanmerkelijk lager zal kunnen zijn.
Ook de heer Lodewijks sluit zich volledig aan bij hetgeen over dit onder
werp gezegd is in de commissie financiën en de conclusie die de heer
Roeien naar aanleiding daarvan heeft getrokken. Zijn fraktie wenst even
eens net peil van "de kuil" op een voor iedereen acceptabel niveau te
brengen, maar vindt het krediet dat gevraagd wordt erg groot, gelet op
een aantal voorzieningen die niet direkt noodzakelijk zijn. Te zijner
tijd ziet zijn fraktie een nieuwe begroting tegemoet. Terzijde het voor
stel deelt spreker mede, dat hem informaties hebben bereikt dat er regel
matig tankauto's aan "de Kuil" worden schoongespoeldHij vraagt het col
lege te bezien op welke wijze tegen deze praktijken kan worden opgetreden.
De heer Dirven zegt eveneens van mening te zijn dat het college het voor
stel moet terugnemen en te zijner tijd met een nieuw voorstel moet komen.
Hij wenst vervolgens op enkele punten uit het voorstel dieper in te gaan.
Op de eerste plaats de uitkijktoren. Zijns inziens is het niet nodig de
uitkijktoren te verplaatsen naar de kant van het bad, mede gezien de er
varingen welke de afgelopen zeven jaren zijn opgedaan. Verder is het naar
zijn mening niet mogelijk om het kinderbad op een diepte van 30 cm. te
brengen en het halfdiepe bad op 110 cm. omdat dit geheel afhankelijk is van
de waterstand. Ook is spreker er tegen dat de springplank wordt verplaatst
naar net midden van het bad waardoor deze vanaf de kant niet meer bereik
baar is. Daardoor zou een onveiliger en onoverzichtelijker situatie wor
den gecreëerd, temeer daar een springplank in "de Kuil" eerder een functie
heeft als speelobject voor jeugdige bezoekers dan als louter springplank
voor geoefende zwemmers. Daarnaast vindt hij dat de veiligheid er op geen
enkele wijze mee gediend is indien er een grote, uiterst kostbare steiger
wordt gebouwd aan het einde van het zwemgedeelte, daar waar "de Kuil" het
breedst is.
Ook het verplaatsen van de toiletten vindt hij een kwalijke zaak. Nü zijn
deze toiletten beschut gelegen achter enkele bossages en om die te ver
plaatsen naar een zonneweide die bij mooi weer overvol is, acht hij geen
verstandig voorstel. Spreker is vóór renoveren van de toiletten maar wel
op dezelfde plaats.
Dit betekent dat de rijwielstalling~h'iet naaf "de Kuil" verplaatst
zal kunnen worden, doch zijns inziens zal dit van weinig wezenlijk belang
zijn bij het voorkomen van onregelmatigheden omdat van de badmeester - voor
al op drukke dagen - niet verwacht kan worden dat hij daar voortdurend
toezicht op houdt. Hij hoopt dat bij het opstellen van een nieuwe begro
ting met deze punten rekening zal worden gehouden.