-21- zo snel mogelijk bepaalde stappen te ondernemen bij het provinciaal be stuur. Dat is dan ook gebeurd. De visie van burgemeester en wethouders in deze, onderschreven vanuit de gemeenteraad, om zo mogelijk alle dan wel de meeste gronden in eigendom te hebben alvorens een concept-bestemmingsplan ter visie te leggen, is gevolgd. Ten aanzien van het onderhavige bestemmingsplan zijn reeds gron den in eigendom gekomen, via beslissingen van de gemeenteraad al dan niet door ruiling of aankoop. Momenteel is het college met verschillende eige naren van gronden in dat bestemmingsplan in onderhandeling, met het doel die gronden te verwerven. De bedoeling is namelijk om zo snel mogelijk dit plan ter visie te leggen en door de raad vastgesteld en door gedeputeerde staten goedgekeurd te krijgen. Een goed en zorgvuldig beleid van een ge meentebestuur op het terrein van de ruimtelijke ordening, vereist zonder meer het continu moeten kunnen beschikken over bouwrijpe grond iri een goedgekeurd bestemmingsplan. Alleen dan kan gegarandeerd worden dat met name de sociale woningbouw voortgang kan vinden. Stagnatie met name daarin, kan zeker de gemeente Prinsenbeek zich niet permitteren. Waarover deze ge meente nu beschikt, bestaat uit één in procedure zijnd bestemmingsplan, namelijk "de Schaapskooi". Dit plan is éénmaal in de commissie ruimtelijke ordening besproken, éénmaal in de verkeerscommissie en nadien eenmaal in een gecombineerde vergadering van de beide commissies gezamenlijk. Met de nodige aandrang vanuit het college en met de welwillende medewerking van de Provinciale Planologische Dienst, is het ontwerpplan reeds vier maanden na indiening met advies van de Provinciale Planologische Dienst terug-., gezonden. Het mag bekend zijn dat het beslist niet abnormaal is, zelfs te doen gebruikelijk, dat een bestemmingsplan dat wordt ingezonden bij de Provinciale Planologische Dienst bijna negen maanden nodig heeft om met advies te worden teruggezonden naar de gemeente. De bemerkingen, zowel op- als aanmerkingen, zowel van de Provinciale Planologische Dienst als van de beide raadscommissies, zijn praktisch volledig en met instemming van beide commissies door de stedebouwkundige verwerkt en daarna met de beide commissies doorgesproken. Zo enigszins mogelijk, willen burgemeester en wethouders dit plan medio september aanstaande ter visie leggen. De commissie ruimtelijke ordening heeft tijdens haar vergadering van 20 novemberl979 het gewenst geacht dat het bedrijf van Verwijmeren ter plaatse verdwijnt en naar elders wordt verplaatst. De provinciaal planologische commissie stelt in haar advies dat "zij, ge zien de negatieve invloed die het bedrijf op het ontwikkelen van een goed woonmilieu kan hebben, het noodzakelijk acht genoemd bedrijf in het plan gebied op te nemen. In dat plan dient dan alsnog een afweging van belangen plaats te vinden. In deze belangenafweging dient benadrukt te worden in hoeverre de aard van het bedrijf, gekoppeld aan eventuele uitbreidingsmo gelijkheden en daaruit voortvloeiende hinder - verkeershinderstank, lawaai en wat die.s meer zij - te verenigen is met het ontwikkelen van een goed woonmilieu en in hoeverre een goede bedrijfsvoering te verenigen is met een nieuwe woonuitbreiding" Dit alles is ruimtelijke ordenings-beleid en dient voor zich te spreken. Situaties zoals die voorkomen in de Groenstraat moeten een leerzame les zijn. Burgemeester en wethouders hebben aan de commissie ruimtelijke orde ning haar mening gevraagd. Die bleek conform de visie van het college, namelijk het wegkopen van het bedrijf. De provinciaal planologische com missie heeft haar advies gegeven. Niet deze commissie, de Provinciale Planologische Commissie, doch gedeputeerde staten zullen beslissen of zij wel of niet akkoord gaan met het al dan niet handhaven van het bedrijf aldaar. Bij hun besluitvorming zullen gedeputeerde staten uiteraard rekening houden met het advies van de provinciaal planologische commissie, doch ook met het advies van de desbetreffende beleidsafdeling van de provinciale

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 154