-23- Even snel een nieuw plan ontwerpen, lijkt simpeler dan het in werkelijk heid zal blijken te zijn. De voorzitter brengt daarbij in herinnering hetgeen hij heeft gezegd tijdens de algemene beschouwingen rond de be groting 1980, toen hij sprak over de aard en consequenties van structuur schets, distributie-planologisch onderzoek, wegenbeloop voor de toekomst, enzovoorts. De voorzitter concludeert vervolgens, dat burgemeester en wethouders, mét de commissie ruimtelijke ordening en gelet op het advies van de provinciaal planologische commissie, in het kader van een goed ruimtelijk ordeningsbe leid de heer V erwijmeren wensen weg te kopenTeneinde ondermeer een goede relatie te krijgen tussen de plannen "Staart II" en "Schaapskooi" en uit hoofde van milieutechnische aspecten. Financiële consequenties van deze aankoop zijn te overzien en maken realisering van dit plan zonder meer acceptabel. Omtrent de hoogte van de taxatieprijs kan men van mening ver schillen. Dit is echter het werk van specialisten en het op een reële basis kunnen vinden van de onderhandelende partijen. Vertraging door wederom contact te moeten opnemen met het provinciaal be stuur of met de provinciaal planologische commissie betekent eveneens ver traging van dit plan, zo het al uitsluitsel zou bieden. Het ontwerpen van een nieuw plan en het plan "de Schaapskooi" vergeten, heeft tot gevolg dat er gedurende een aantal jaren geen bouwmogelijkheden in de gemeente Prin senbeek voorhanden zullen zijn. De heer Roeien brengt zijn dank uit voor het bijzonder duidelijke betoog van de voorzitter. Hij zegt dezelfde teneur te hebben beluisterd als des tijds, toen de gemeenteraad zich moest buigen over het voorstel grond aan te kopen van de heer Schipperen en waarbij nadien geconcludeerd kan worden dat halsstarrigheid van de raad ook wel eens tot goede oplossingen heeft geleid. Vervolgens wijst hij er op dat, waar de voorzitter in zijn betoog gesproken heeft over twee raadscommissies die bij de plannen betrokken zouden zijn geweest, daar uitsluitend de commissie ruimtelijke ordening bij betrokken is geweest, alsmede de verkeerscommissie welke commissie geen raadscommissie is maar een commissie van advies aan burgemeester en wethouders. Letterlijk vervolgt spreker aldusi "Mijnheer de voorzitter, u hebt gesproken over het bedrijf wat zich moeilijk verhoudt met woningen die daar zouden komen en ook gewezen op net feit van problematieken in de Groenstraat die ons genoegzaam bekend zijn. Ik heb ook in mijn eerste termijn gezegd dat ik, uitgaande van een goede ruimtelijke ordening - en meerdere:leden in de commissie ruimtelijke ordening hebben ook in die richting geadviseerd - adviseer om te bekijken of het bedrijf verplaatst kan worden. Ik heb dat in eerste termijn uitdrukkelijk gezegd; U hebt in uw conclusies nog eens gerefereerd aan die commissie ruimtelijke orde ning. Maar ik heb nadien in dat eerste betoog een opbouw gegeven waarom ik daar intussen vanaf moet. U zegt en ik wist, dat, dat Gedeputeerde Staten beslissen en u spreekt over de formeel gezien juiste gang van zaken dat wij als raad een plan vaststellen en deze aankoop doen, maar ik denk dat het u even goed bekend kan zijn dat informeel overleg met het provin ciaal bestuur mogelijk is. En als ik daarover in de commissie ruimtelijke ordening iets gezegd heb, dan heb ik bedoeld: ga met de wetenschap dat de raad op déze wijze deze aankoop niet wenst een gesprek aan met de ge deputeerde om te bekijken of inrichting van een bestemmingsplan met hand having van dat bedrijf tot mogelijkheden of onmogelijkheden aanleiding geeft. En laat ons dan verder discussiëren over een eventuele verplaatsing van het bedrijf. De noodzakelijke verplaatsing van een bedrijf is voor mij altijd nog iets anders dan een eventuele verplaatsing. Ik denk dat daar nu net die marge zit die de commissie ruimtelijke ordening u ge boden heeft om eens overleg te voeren. Mijneer de voorzitter, u brengt dan een aantal nieuwe elementen in; ik betreur dat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 156