-27- In geen enkele gemeente is het overigens te doen gebruikelijk dat daarover ge discussieerd wordt, want dat kan haast niet. Het zou inderdaad ideaal zijn indien alle grond in eigendom is zodat men, na bekend te zijn met de kos ten van het bouwrijp maken, over een definitieve vierkante-meter-prijs kan beschikken. Dit is echter slechts mogelijk zodra een bestemmingsplan defi nitief ingevuld is; dat exact aangegeven is hoeveel procent voor de diverse bestemmingen wordt aangewend. Dan wordt er nauwkeuriger geraamd, maar ook dan kent men nog niet de juiste uitgavenpost. Men weet pas op het moment dat men een bestemmingsplan aanbesteedt om het bouwrijp te maken, welke de inkomsten en welke de uitgavenpost zal zijn. De vierkante-meter-prijs staat dan in middels al lang vast. Bij het vaststellen van het bestemmingsplan dient namelijk ook de kavel- of vierkante-meter-prijs te worden vastgesteld, terwijl er op dat moment nog niet is aanbesteed. Wel is bekend hoeveel straatmeubilair er moet komen, hoeveel lantaarns, hoeveel verkeersborden enz. en daarvan valt bij benadering te ramen hoeveel de kosten zullen gaan bedragen. Bij het werken met meerdere aannemers zal dan vervolgens kunnen blijken dat men lagere bedragen hanteert, doch de vierkante-meter-prij staat intussen wel vast. Namens het college stelt spreker vervolgens voor, dat de raadsleden zich nu en ook in de toekomst, in nauw overleg met de gemeentelijke afdeling financiën laten voorlichten over de wijze waarop men tot de fictieve me- terprijs komt. Niet verwacht mag echter worden dat het college exact zal kunnen aangeven, welke de vierkante-meter-prijs wordt. Bij interruptie deelt de heer Lodewijks mede, dat niet gevraagd is om exacte cijfers doch uitsluitend om cijfers. Hij kan best accepteren dat het door de voorzitter genoemde bedrag van f. 58,-- een globaal bedrag is met alle restricties die daarbij te maken zijn, maar het is een be drag dat hij eerst hier en nu heeft mogen horen. Indien dit cijfer reeds tijdens de vergadering van de commissie financiën ter tafel was gekomen, zou zijn houding ten overstaan van het voorstel in eerste instantie een andere zijn geweest. Ook de heer Dirven betreurt de gang van zaken zoals die door het college is gevolgd. In het verleden werd altijd een berekening overgelegd op grond waarvan de gemeenteraad zich enig inzicht kom verschaffen. Echter, eerst in deze vergadering is een bedrag van f. 58,ter tafel gekomen, en hij vraagt zich af, of het verantwoord is om "ja" te zeggen tegen dit voorstel, zonder de achtergrond en opbouw van dit cijfer te kennen. De heer Roeien merkt op, dat hij bij de "transactie Schipperen" nadruk kelijk aan het college heeft gevraagd om, bij het indienen van het be stemmingsplan een globale exploitatieopzet mee te sturen, daarbij als zijn mening uitsprekende dat het prettig zou zijn indien de gemeente raad beter werd geïnformeerd. De voorzitter repliceert met de opmerking dat de heer Roeien thans doelt op de procedure rond een bestemmingsplan. In dat verband acht hij diens opmerking ook terecht omdat de raad de kavelprijzen dient vast te stel len en dat niet kan zonder goed geïnformeerd te zijn over, onder andere, de opbrengsten en uitgaven. De heer Dirven vindt dat dit onderwerp thans niet aan de orde is. Aan de orde is een voorstel tot aankoop, waarvan het aankoopbedrag dermate hoog is dat men zich in de commissie financiën heeft afgevraagd op welke wijze dit in het totale plan verwerkt moet worden. Het antwoord dat daarop werd gegeven, luidde, dat de meter-prijs voor premiebouw ca. f. 58,-- zal gaan bedragen, waarna in tweede instantie de vraag werd gesteld of het moge lijk is de raad te informeren op welke wijze men tot deze prijsindicatie is gekomen. Temeer omdat het overgrote deel van "de Schaapskooi" nog niet is aangekocht en als zodanig een ongewisse faktor vormt in de berekeningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 160