-28-
De voorzitter antwoordt, dat hetgeen door de heer Dirven is verwoord
door het college ook is onderschreven, maar dat een andere handelwijze
nu eenmaal niet mogelijk is.
Vervolgens te kennen gevend de discussie te willen afronden, zegt de
voorzitter toe dat het college op een informele wijze contact zal op
nemen met Gedeputeerde Staten en van het resultaat te zijner tijd ver
slag te zullen uitbrengen. Hij wijst er in dit verband op, dat dit,
gezien de naderende vakantieperiode, zeker niet zal kunnen gebeuren in
de raadsvergadering van augustus aanstaande. Op de tweede plaats - zo
zegt hij - is het college zeer wel bereid om in een informeel overleg
met de raadscommissies financiën en ruimtelijke ordening, aan te geven
hoe men bij "Schaapskooi" tot deze fictieve opzet is gekomen, welke
gronden nog moeten worden aangekocht en waar eventuele problemen te ver
wachten zijn.
De heer Roeien apprecieert het antwoord van de voorzitter. Hij herinnert
eraan dat er op 16 juni jongstleden een gecombineerde vergadering heeft
plaatsgevonden en dat op het moment dat de toen aanwezige stedebouw-
kundige enige aandacht wijdde aan het onderhavige bedrijf, hij daar dieper
op in had willen gaan maar helaas over geen enkele informatie beschikte.
Hij spreekt tenslotte de hoop uit dat, als het voorstel opnieuw ter tafel
wordt gebracht, het vooroverleg erg goed geweest zal zijn.
De voorzitter zegt vervolgens: "ik heb het u toegezeod heren; daarmee wil
ik dit punt afsluiten en de vergadering schorsen voor een koffiepauze.
Onmiddellijk hierna vraagt het lid van der Bom, om dit agendapunt in stem
ming te brengen.
De heer Roeien informeert vervolgens welk voorstel in stemming zal worden
gebracht, waarop de voorzitter antwoordt dat het hier het voorstel van
burgemeester en wethouders tot aankoop van grond betreft, waarna hij dit
voorstel in stemming brengt.
Tégen het voorstel stemmen de leden van
Schaik, van der Westen, van den Eijnden Dirven
en Roeien.
Vóór stemmen de leden Houtepen, van Seventer,
van der Bom, de Hoon, Lodewijks ("gelet op
de toelichting en met enige twijfel") en
Nagelkerke.
De voorzitter concludeert dat het voor
stel met 6 stemmen voor en 5 stemmen tegen
is aangenomen.
Onmiddellijk hierna deelt de heer Roeien mede, dat hij het betreurt dat
deze stemming niet aangekondigd is. Duidelijk heeft hij bij aanvang van
de vergadering een ordevoorstel gedaan. De heer Jansen heeft de vergade
ring verlaten op een tijdstip dat de discussie erg duidelijk was. Hij be
treurt dat en deelt mede zijn weg te zullen zoeken om dat onder de aandacht te
brengen.
De voorzitter begrijpt dit niet. "Er is gediscussieerd in eerste en tweede
instantie; daarna heb ik de discussie gesloten en de heer van der Bom heeft
stemming gevraagd, in alle correctheid".
De heer Roeien zegt dat de heer Jansen, omdat hij niet langer hier aanwe
zig kon blijven en rekening houdend met het verzoek om de agenda om te
zetten waaraan gevolg werd gegeven, vertrokken is op een moment dat in
de discussie erg duidelijk de standpunten van de frakties waren om niet
over te gaan tot aankoop op dit moment. Op het laatste moment wordt er
een stemming uitgelokt en spreker besluit met aan te kondigen dat hij
dat zal gaan uitzoeken wat daaraan te doen valt.
De voorzitter besluit met de opmerking dat dit niet hém kwalijk genomen
mag worden en schorst de vergadering voor een koffiepauze.