werd dat zijn fraktie niet van mening is dat de eerste uitbreiding de
"Schaapskooi" zou moeten zijn.
Zijn fraktie heeft zich namelijk bij de bepaling van dit standpunt de
vraag gesteld voor welke categorie er in de toekomst gebouwd dient te wor
den. Het antwoord daarop luidt dat zijn fraktie wenst dat er gebouwd
gaat worden in de sfeer van de sociale woningbouw. Daaraan moet de
allerhoogste preferentie en urgentie worden gegeven. En mede juist
deze uitdrukkelijke vaststelling verklaart gedeeltelijk de gewijzigde
opvatting. De laatste twee a drie jaar is er namelijk bijzonder veel
veranderd in de woningmarkt. Vóór die tijd bestond de druk op de wo
ningmarkt uit de vrije-sectorbouw. Als gevolg van diverse oorzaken -
zoals de hoge rentestand, de discussies rond de fiscale aftrek van
hypotheekrente, enz. - is er een einde gekomen aan - zoals men placht
te vinden - een van de belangrijke pijlers van de woningmarkt die het
gemakkelijkst van de grond te krijgen is. Dit gevoegd bij het feit dat
er op ditmoment in de vrije woningsector zo'n 70 woningen te koop zijn,
alsmede de moeilijke afzet van juist de vrije-sectorwoningen in het be
stemmingsplan "Staart II", is mede aanleiding voor zijn fraktie om zich
te herbezinnen op standpunten die enige tijd oud zijn en tezelfdertijd
die herbezinning te kadreren binnen de totale visie van hetgeen men ver
wachten mag van datgene wat in de naaste toekomst aan beleid op het gebied
van woningbouw in zijn totaliteit gezien, voor deze gemeente wenselijk
is. In dit verband wenst zijn fraktie uitdrukkelijk alle steun te geven
aan datgene wat mogelijk is op het gebied van de sociale woningbouw. En
voor het geval het college van oordeel mocht zijn dat er een ongerijmd
heid bestaat tussen de door hem geformuleerde standpunten, namelijk ener
zijds het verlenen van alle urgentie aan de totstandkoming van sociale
woningbouw en anderzijds het afwijzen van het bestemmingsplan "Schaaps
kooi" als gevolg waarvan er mogelijk juist een vertraging in deze woning-
bouwsector kan optreden, deelt hij mede dat zijn fraktie bereid is een
eventuele stagnatie tot op zekere hoogte en binnen aanvaardbare grenzen
te accepteren bij wijziging van de gedachte locatie, juist om de totale
opbouw van de gemeente te optimaliseren en de leefbaarheid van de gehele
gemeente op het hoogste niveau te behouden en voor de toekomst te be
waren. Indien er echter, als gevolg van de afwijzing van het bestemmings
plan "Schaapskooi", enige stagnatie in de sociale woningbouw zou optreden,
is zijn fraktie van mening dat getracht moet worden door het ruilen van
woningcontingenten met omliggende gemeenten de wellicht opgelopen achter
stand zo snel mogelijk weer te niet te doen.
Spreker vervolgt zijn betoog met de constatering dat de verhouding tussen
vrije-sectorwoningen en sociale woningbouw, door het college gepland op
respectievelijk 37?ó en 63%, voor zijn fraktie niet aanvaardbaar is. Zijn
fraktie is unaniem van mening dat deze percentages respectievelijk 20?ó
en 80?ó dienen te luiden, waarbij zelfs voor wat betreft het te voeren
beleid ten aanzien van de vrije-sectorwoningen in 1981, volstaan dient
te worden met de toewijzing van de nog onverkoopbare 13 woningen in
het plan "Staart II" en de nog te bouwen woningen in "Kapelakkers-Noord".
Mocht dit bij elkaar meer dan 20 woningen 9aan bedragen dan dient het be
leid voor 1982 en voor eventueel volgende jaren zodanig te zijn dat ge
middeld niet meer dan 20 woningen per jaar in de vrije sector worden toe
gewezen.
Ook ontkomt zijn fraktie niet aan de indruk dat het door het college ge
plande aantal vrije-sectorwoningen voor de jaren 1981, 1.982 en 1983, veel
eer is ingegeven door de gedachte dat bij een lager aantal te verkopen
vrije-sectorwoningen, de prijs voor de sociale woningbouw op een te hoog
niveau zou komen. Indien dit inderdaad het geval zou blijken te zijn, is
zijn fraktie niet ongenegen - zoals zij dit overigens ook reeds tijdens
de bespiegelingen rond de begrotingsbehandeling 1980 liet weten - om
-6-