-7- eventueel uit de algemene middelen een bijdrage beschikbaar te stellen. Spreker besluit zijn betoog met de conclusie dat het standpunt van zijn fraktie als volgt kan worden samengevat, namelijk a) aan het bestemmings plan "Schaapskooi" dient niet als eerste uitbreidingsplan gestalte te worden gegeven; b)absolute preferentie dient te worden gegeven aan de sociale woningbouw; c) een mogelijke stagnatie in de sociale woningbouw als ge volg van het besluit sub. a, dient te worden opgevangen door ruiling van woningcontingenten met omliggende gemeenten; d) de verhouding sociale woningbouw tot de vrije sectorbouw dient te liggen in de orde van grootte van 80?ó tot 20?ó; e) teneinde sub. d. mogelijk te maken is zijn fraktie bereid om zonodig via een bijdrage uit de algemene middelen een invloed uit te oefenen op de hoogte van de grondprijzen om deze binnen de normen te houden die voor de sociale woningbouw acceptabel zijn. Onaangenaam verrast door hetgeen door voorgaande spreker zojuist is ver woord, toont zich, als tweede spreker, de heer Dirven. Uitgerekend de voorgaande raadszitting heeft de gemeenteraad een voorstel van burge meester en wethouders aangenomen om over te gaan tot aankoop van een be paald perceel, noodzakelijk om het plan de "Schaapskooi" te kunnen reali seren. Hij zegt zich dan ook niet te kunnen onttrekken aan de indruk dat de gewijzigde opvatting van het C.D.A. het gevolg is van dit door hen niet gewenste raadsbesluit. Immers, bij afwijzing van het plan "Schaapskooi", rest het college geen andere mogelijkheid dan geen uitvoering te geven aan dit besluit. Dat de plaats van het nieuwe bestemmingsplan "Schaapskooi" niet de meest gelukkige is wordt ook door hem onderschreven - en naar hij aanneemt door nagenoeg alle leden van de gemeenteraad - maar feit blijft dat men gedu rende drie jaren bij diverse gelegenheden in gezamenlijk overleg heeft gewerkt aan het totstandkomen van dit bestemmingsplan. Het komt hem dan ook onwerkelijk voor dat men thans, binnen één vakantiemaand, tot het inzicht is gekomen dat realisering van dit plan onmogelijk zou zijn. Bovendien, zo vervolgt spreker, zal een afwijzing van het plan "Schaaps kooi" ongetwijfeld consequenties hebben ten aanzien van de gedachte situering van het toekomstige woonwagenkamp. Een dergelijk kamp dient, conform de gedachten die daarover leven bij de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en bij alle daarbij betrokkenen, te zijn gelegen binnen de directe bewoningssfeer van een dorp. Bij de plan nen voor het bestemmingsplan "Schaapskooi" is daar indertijd uitdrukkelijk rekening mee gehouden, met de bedoeling dat de toekomstige bewoners in dit plan ruimschoots van tevoren op de hoogte zouden kunnen zijn van de ge plande locatie voor een woonwagenkamp in hun onmiddellijke nabijheid. Een gevolg van het C.D.A.-standpunt zal zijns inziens dan ook moeten zijn dat een andere locatie wordt gezocht voor het woonwagenkamp omdat de geïso leerde ligging waarin het kamp thans dreigt te geraken, hoogstwaarschijnlijk niet geaccepteerd zal worden. Ook de door het C.D.A. bepleite uitbrei ding van de sociale woningbouw van 63% naar 80?ó komt hem als een "doekje voor het bloeden" voor. Bij afwijzing van het bestemmingsplan "Schaaps kooi" is er namelijk geen grond voor sociale woningbouw voerhanden; niet voor 63% en niet voor 80?ó. Realistischer ware het dan ook geweest indien het C.D.A. zou hebben gepleit voor 80?ó sociale woningbouw in het bestem mingsplan "Schaapskooi". Overigens is spreker wel van mening dat de be reidheid van het C.D.A. om bij een percentage sociale woningbouw van 80?ó een bijdrage uit de algemene middelen beschikbaar te stellen ten einde de grondprijs daarvoor acceptabel te houden, onherroepelijk zal leiden tot een uitputting van de gemeentekas. Indien men zich uitsluitend zou baseren op de, de komende jaren te ver wachten bevolkingstoename, aldus spreker, zou het door het college geplande aantal te bouwen woningen daarmee inderdaad niet in overeenstemming zijn. Echter, zo vervolgt hij, uit cijfers die hem ter kennis zijn gekomen is hem gebleken dat er in de gemeente Prinsenbeek op dit moment zo'n 60 bejaarden wachten op een passende woonruimte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 181