-15-
houder voor het sportcomplex "Bosdal", evenals dat het geval is met de
personen werkzaam op "de Heikant" en in de sporthal, ondergebracht zou
kunnen worden bij de sportdienst in plaats van bij openbare werken. Ge
zien echter het feit dat de taken voor deze nieuwe functionaris nog niet
exact zijn afgebakend heeft het college vooralsnog gekozen voor deze op
lossing.
Wethouder Houtepen beaamt dit. Eerst nadat betrokkene geruime tijd in
dienst is zal bekend zijn of "Bosdal" en "de Kuil" een volledige dag
taak vergen, dan wel of er ruimte overblijft om te worden ingeschakeld
bij werkzaamheden te verrichten door de afdeling openbare werken.
De heer Koelen concludeert dat hiermede dezelfde weg wordt bewandeld als
destijds is gebeurd bij het aantrekken van een beheerder voor het sport
park "de Heikant". Ook die persoon werd in eerste instantie ondergebracht
bij de afdeling openbare werken en pas in een later stadium bij de sport
dienst.
De heer Dirven vindt dat het in dat geval niet absoluut noodzakelijk is
daarvoor een nieuwe man aan te trekken. Zijns inziens zou eerst onder
zocht moeten worden of er onder het huidige personeelsbestand van open
bare werken wellicht animo is deze werkzaamheden te verrichten. Ook vindt
hij dat bepaalde werkzaamheden wellicht beter zouden kunnen worden uitge
voerd in overwerktijd dan, zoals nu gebeurt, door derden.
De heer van der Westen is van mening dat de reden waarom dit voorstel zo
uitvoerig bediscussieerd wordt uitsluitend te wijten is aan de inhoud daar
van. Ook hij is van mening dat het niet juist is dat twee verschillende
personen, hoewel belast met identieke werkzaamheden worden ondergebracht
bij verschillende afdelingen. Daarnaast is er zijns inziens in het ver
leden een vervanger aangesteld voor de voor 50?ó arbeidsongeschikt zijnde
kracht. Ook wordt er in het voorstel gesproken over één tijdelijke kracht
die zou zijn aangetrokken. Naar zijn mening zijn dat er twee. Indien in
het voorstel een juiste voorstelling van zaken zou zijn gegeven, zouden
discussies als deze waarschijnlijk niet voorkomen, zo zegt hij.
Naar aanleiding van het door de heer Dirven verlangde ergonomisch onder
zoek antwoordt wethouder Houtepen dat hem tot op dit moment, ondanks veel
vuldige persoonlijke contacten met buitendienstfunctionarissen, nimmer
iets is gebleken van klachten die er zouden bestaan over de apparatuur
waarmede moet worden gewerkt. Hij zegt echter toe zich terzake te zullen
laten informeren.
De heer Jansen stelt vervolgens voor het voorstel van de heer Roeien over
te nemen omdat daarmede voldoende vrijheid wordt gegeven in te vullen het
geen het college wenst. Indien nodig kan dan op een later tijdstip het al
dan niet handhaven van de personeelsstop opnieuw ter discussie worden ge
bracht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
besloten de afdeling openbare werken uit te
breiden met twee personen, en onmiddellijk
daarna de in 1976 ingestelde personeelsstop
opnieuw van kracht te doen zijn.
10) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ter realisering van
een nieuwe ambtswoning ten behoeve van de burgemeester.
De heer Jansen vangt zijn betoog aan met de constatering dat het onder
havige voorstel reeds diverse malen bij verschillende gelegenheden onder
werp van gesprek is geweest. Op dit moment ligt voor een verslag van sen
vergadering van de coinmi©«i.e financiën met daaraan gekoppeld een