dening, zal steunen. Teneinde echter mogelijke misverstanden te vermij
den plaatst spreker - via de voorzitter - een opmerking aan het adres
van de heer Dirven. Deze heeft namelijk, naar zijn mening, in feite een
verderstrekkend voorstel gelanceerd ten aanzien van het horecaperceel
aan de Meester Bierensweg.
De CDA-fraktie heeft bij eerdere discussies hierover gezegd dat zij
voor de volle honderd procent bereid is haar medewerking te verlenen
bij het zoeken naar een oplossing zoals toen door de Raad werd aange
geven en zoals die vandaag door de voorzitter opnieuw werd verwoord.
Concreet betekent dit, dat een gedeelte van de huidige horecagelegenheid
als woongebied zou verdwijnen waaraan werd vastgekoppeld de mogelijkheid
van het bouwen van een woning aan de bestaande woonruimte. Spreker is
van mening dat het voorstel van de heer Dirven er toe zou kunnen leiden
dat er een verderstrekkend voorstel komt buiten de bedoeling van de ge
meenteraad, en hij vindt dat dat volstrekt onbillijk zou zijn ten op
zichte van andere locaties aan de Meester Bierensweg. Indien zijn fraktie
zou besluiten het voorstel van de heer Dirven niet te steunen, moet dat
dan ook niet worden opgevat als een belemmering in de mogelijkheden van
aanvrager.
De heer Dirven ziet in het betoog van voorgaande spreker een versluiering
van de feiten. Zijns inziens heeft de gemeenteraad destijds uitdrukkelijk
een handreiking willen doen naar de bewoners van het onderhavige pand om
uit de impasse te geraken, terwijl met het standpunt van de CDA-fraktie
in feite het tegendeel wordt bereikt. Omdat men in de commissie ruimtelijke
ordening ervan overtuigd was dat het een jarenlang slepende zaak zou
kunnen worden indien steeds opnieuw tot wijziging van een enkel onderdeel
van het bestemmingsplan zou worden besloten, heeft men geadviseerd één
voorbereidingsbesluit te nemen ten aanzien van alle percelen waarvoor een
planwijziging op dit moment wenselijk wordt geacht. Hij vindt het dan ook
volstrekt onjuist om ten aanzien van het onderhavige perceel op dit mo
ment geen voorbereidingsbesluit te nemen om daartoe vervolgens over moge
lijk vijf a zes maanden alsnog te moeten besluiten. Spreker pleit er ten
sterkste voor het horecaperceel onderdeel van het voorbereidingsbesluit
te laten zijn, waarbij het college vervolgens toch nog alle mogelijkheden
in handen heeft om eventuele oplossingen via het hanteren van een artikel
19-procedure op de gewenste wijze te doen concretiseren.
De heer Hennekam is het daar niet mee eens. Zijn fraktie wenst op de eerste
plaats recht te doen aan de opvattingen van de gemeenteraad, en wil n-iet
bij voorbaat het licht op groen zetten door een voorbereidingsbesluit te
nemen. Zijns inziens zou het voorstel van de heer Dirven er toe kunnen
leiden dat er op het onderhavige perceel 2 woningen worden gebouwd, welke
mogelijkheid dient te worden uitgesloten.
De heer Roeien zegt, dat uit de woorden van zijn fraktiegenoot, de heer
Hennekam, duidelijk is gebleken dat de CDA-fraktie nog altijd wenst vast
te houden aan de uitslag van de discussie welke destijds heeft plaatsge
vonden. Mocht tijdens de verdere uitwerking van het nu te nemen voorbe
reidingsbesluit blijken dat men er niet in slaagt tot een oplossing te
komen, dan nog kan het college besluiten om binnen het kader van het toen
genomen raadsbesluit een aanpassing van het plan te bewerkstelligen.
De heer van der Bom deelt vervolgens mede zich bij de woorden van zijn
voorganger te willen aansluiten.
De heer Dirven blijft pleiten voor het nemen van een voorbereidingsbesluit
op dit moment. Indien een planwijziging totstand wordt gebracht conform
het collegevoorstel, aangevuld met de acht door de voorzitter verwoorde
locaties, dient men er op te rekenen dat een later mogelijk gewenst geachte
wijziging jaren op zich kan laten wachten.
De heer van den Eijnden deelt mede dat de discussie voor hem bepaald on-
- 10 -