rekening van de gemeente komen, doch alles wat daar maar enigszins buiten valt en veroorzaakt door welke reden dan ook, komt voor rekening van gebruikers. Wat de huur betreft zal 'Beek-Vooruit' inderdaad worden medegedeeld dat het college zich het recht voorbehoudt om in een volgend jaar een huurver hoging te doen plaatsvinden. Spreker toont zich wel verheugd uit de dis cussies begrepen te hebben dat de voltallige raad geen huurverhoging wenst door te voeren voor het eerste jaar. Met betrekking tot hetgeen is gezegd over de te volgen aanbestedingsprocedure, benadrukt spreker dat ook het college veel belang hecht aan inschakeling van een Prinsenbeekse aannemer. Desondanks, zo meent hij, moet men ook het belang van de gemeente niet uit het oog verliezen, en op grond daarvan lijkt het hem wenselijk ook een aannemer uit te nodigen die niet in de gemeente is gevestigd. Zich wendend tot de heer van den Eijnden deelt spreker mede dat de werking van de douches anders is dan wellicht wordt gevreesd. Door op een knop te drukken worden namelijk niet drie douchekoppen gedurende drie minuten in werking gesteld, doch wordt een elektrische ontsteking teweeg gebracht die er toe leidt dat voeding van warm water wordt verkregen. Eerst daarna kan door middel van afzonderlijke kranen, per douchekop water worden ver kregen. Voor wat betreft de tijdslimiet die zou moeten worden ingesteld, vindt spreker dat daarvoor een taak is weggelegd bij Beek-Vooruit aan wie immers de verbruiksnotas zullen worden toegezonden. Daarnaast, zo deelt spreker mede, is het college momenteel nog doende zich te laten informeren over een ander systeem. De uitkomst hiervan is nu nog niet te zeggen, maar - zo vervolgt hij - het college zou er wel be zwaar tegen hebben te zijner tijd de raad te moeten confronteren met de verschillende mogelijkheden welke denkbaar zijn. Thans ligt een college voorstel voor om een krediet te voteren en, ofschoon er uiteraard rekening zal worden gehouden met alle op- en aanmerkingen welke zijn gemaakt, dient het college de vrijheid te worden gegeven om in overleg met haar technische diensten die voorzieningen te laten installeren die het meest wenselijk worden geacht. Sprekend tot de heer Dirven, zegt hij dat uit het overleg dat heeft plaats gevonden met het bestuur van Beek-Vooruit duidelijk is geworden dat de si tuering van de kleedakkommodatie ook optimaal te noemen is voor de toekomst, zodra wenselijk geachte uitbreidingen mogelijk zullen zijn. Ook het college heeft zich afgevraagd waarom niet volstaan kon worden met enkele gemeenschap pelijke doucheruimten. Uit overleg met Beek-Vooruit daarover is echter ge bleken dat de huidige opstelling de meest wenselijke is. Na daartoe in tweede termijn het woord te hebben gekregen vraagt de heer Jansen om alle raadsleden op dezelfde dag waarop de aanbesteding heeft plaatsgevonden, schriftelijk in kennis te stellen van het resultaat daarvan. Hij vindt dat dit ook voor de toekomst een vaste gedragsregel behoort te zijn. Wethouder van Seventer zegt overeenkomstig te zullen handelen. De heer van den Eijnden complimenteert vervolgens het college voor het voor liggende voorstel, en de desbetreffende portefeuillehouder voor diens toe lichting daarop. Graag geeft hij het college mandaat om bij de verdere af wikkeling naar eigen goeddunken te handelen. De heer Dirven stelt de vraag of bij de situering van de kleedakkommodatie reeds rekening is gehouden met een mogelijk in de toekomst te bouwen tribune. Wethouder van Seventer bevestigt zulks. De heer van der Bom is van mening dat met het uitnodigen van een niet-Prinsen- beekse aannemer, de schijn wordt gewekt als zou men twijfelen aan de oprecht heid van de inschrijvingen der Prinsenbeekse aannemers. Overigens verwacht hij dat met de niet-Prinsenbeekse aannemer wordt bedoeld het bedrijf waarvan sprake is geweest binnen de commissie sport en cultuur. Wethouder van Seventer maakt bezwaar tegen de eerste opmerking van de heer van der Bom. Het college twijfelt geenszins aan de oprechtheid van de in- - 16 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 212