- 5 - gaan opleveren bij het mogelijk bouwen van een tribune in de toekomst. Spreker vindt echter dat het zoeken naar oplossingen daarvoor eerst rea liteit behoeft te gaan worden zodra plannen in die richting een enigszins concrete vorm gaan aannemen. Op dit moment zou het college er veel bezwaar tegen hebben de geplande toekomstige scheidsrechtersaccommodatie te slopen. Spreker besluit zijn betoog met namens het college de hoop uit te spreken dat de raad niet zal terugkeren op zijn eerder genomen besluit. Het college is van mening dat het gevoteerde krediet ruimschoots voldoende is om tot volle tevredenheid dié voorzieningen te creëren welke nodig en wenselijk worden geacht. De heer Jansen, daartoe in tweede termijn het woord gekregen hebbende, ver klaart dat hij in eerste termijn met geen enkel woord gerept heeft over het eventueel terugdraaien van een eerder genomen raadsbesluit. Hij heeft alleen gevraagd of datgene wat verwoord wordt in het schrijven van Beek-Vooruit, namelijk dat er geen volledige overeenstemming zou zijn bereikt met zowel de sportadviesraad als met Beek-Vooruit, inderdaad juist is. Wanneer de des betreffende portefeuillehouder om hem moverende redenen, na gesprekken met beide genoemde instanties, meent het voorstel te hebben moeten verwoorden waarop destijds het raadsbesluit is genomen, is dat zijn zaak. Niet echter had de indruk mogen worden gewekt als zou er volledige overeenstemming zijn bereikt. Uit het schrijven van Beek-Vooruit is hem gebleken dat er 9 dis cussiepunten restten waarop binnen 14 dagen na het gesprek zou worden terug gekomen. Dit nu schijnt niet gebeurt te zijn terwijl men desondanks de indruk heeft gewekt alsof dat wel zou zijn geschied, en alsof de tegenpartij zich bij de interpretatie daarvan had neergelegd. Spreker zegt tenslotte nadruk kelijk niet de intentie te hebben op het raadsbesluit terug te komen, en vraagt het college of het bereid is nog vóór de aanbestedingsprocedure zal plaatsvinden, alsnog een gesprek te hebben met zowel de sportadviesraad als Beek-Vooruit en de notulen van dat gesprek aan de raadsleden ter inzage te geven. De heer Dirvën is van mening dat er veeleer sprake is geweest van een - overi gens vaak voorkomende - foutieve interpretatie van enkele gesprekspunten, dan van het geven van een onjuiste voorstelling van zaken. Ofschoon hij het door voorgaande spreker gevraagde gesprek op zich niet onjuist vindt, ziet hij daarin geen oplossing voor het voorliggende probleem. Dit probleem be staat daaruit, dat de ideëen welke Beek-Vooruit heeft ten aanzien van de te bouwen kleedaccommodatie niet overeenstemmen met die van het college. Ge deeltelijk kan hij de door Beek-Vooruit gesignaleerde tekortkomingen onder schrijven, en hij vraagt zich af of het niet de voorkeur verdient cm door middel van het voteren van een aanvullend krediet daarin tegemoet te komen. Zich in eerste instantie richtend tot de heer Jansen, antwoordt wethouder van Seventer er geen bezwaar tegen te hebben binnenkort opnieuw overleg te plegen met Beek-Vooruit. Wél bezwaar zou hij hebben tegen het opnieuw in schakelen van de sportadviesraad. Deze heeft indertijd een advies uitgebracht aan burgemeester en wethouders om op korte termijn nieuwe kleedaccommodaties te realiseren, aan welk advies tegemoetgekomen is. Spreker herhaalt vervol gens dat het gesprek dat hij heeft gehad met de vertegenwoordiger van Beek- Vooruit wel degelijk vruchtbaar is geweest. Gezien ook de uitlatingen van deze vertegenwoordiger na afloop van het gesprek verkeerde spreker in de veronderstelling dat deze de tijdens dat gesprek aangevoerde pro en contra's ter kennis zou brengen van het bestuur van Beek-Vooruit, mét het advies ak koord te gaan met de uitkomsten daarvan. Namens het college wijst spreker vervolgens de suggestie van de heer Dirven om een aanvullend krediet te voteren, van de ihand. Zijns inziens zal de ac commodatie in de huidige opzet ruimschoots voldoen aan daaraan in redelijk heid te stellen eisen, en is het daarvoor door de gemeenteraad beschikbaar gestelde krediet absoluut toereikend. Bij interruptie bestrijdt de heer Jansen de opvatting van de portefeuille-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 223