hebben gesteld. Hij' heeft daarbij de suggestie gedaan voor ieder raadslid
l/13e deel van de totaal benodigde spreektijd te reserveren, daarbij tot
uiting laten komende de stem van de bevolking die via de verkiezingen zijn
vertrouwensmannen in de raad heeft doen zitten. Vervolgens is er een dis
cussie ontstaan waarbij drie leden zich hebben uitgesproken vóór een spreek
tijdverdeling van 45 minuten per fraktie en één lid zich uitsprak voor een
suggestie zoals die in het onderhavige voorstel tot uitdrukking is gebracht
Deze adviezen zijn daarna ter sprake gebracht binnen het college van burge
meester en wethouders.
Het resultaat dat thans ter tafel ligt heeft wel als uitgangspunt hetgeen
ook door alle leden van de commissie werd onderschreven, namelijk een vaste
spreektijd per fraktie, in dit voorstel neerkomend op 20 minuten. De filo
sofie die aan dit voorstel ten grondslag ligt is de afspiegelingsgedachte
in de raad van de keuze die door de bevolking om de vier jaar wordt gedaan.
Daarbij is het zeer wel mogelijk dat bij een van de volgende verkiezingen
een belangrijke wijziging van de zetelverdeling zal plaats vinden, hetgeen
uiteraard ook zijn consequenties zal hebben voor de spreektijdverdeling.
Spreker besluit zijn betoog met de mededeling dat het college zijn voorstel
wenst te handhaven.
De heer Dirven is het niet eens met de voorzitter waar deze zegt dat het
voorstel geschraagd wordt door de bestuurscommissie. Dit voorstel is geen
afspiegeling van de wens van de meerderheid van deze commissie, doch het
resultaat van de besprekingen binnen het college. De meerderheid van de
commissie heeft zich duidelijk uitgesproken voor een spreektijdverdeling
per politieke groepering in de raad en niet op basis van het aantal leden
daarvan. Hij bestrijdt ook dat het C.D.A. een grotere politieke verantwoor
delijkheid zou dragen. Zijns inziens heeft elke groepering in deze raad en
ieder raadslid individueel dezelfde verantwoordelijkheid.
Bij interruptie zegt de heer Jansen dat per lid de verantwoordelijkheid
inderdaan identiek is. Per partij is de verantwoordelijkheid echter een
afspiegeling van het aantal leden dat die partij binnen de raad heeft.
Als sprekend voorbeeld hiervan verwijst spreker naar een besluit van de
raad om het plan 'Schaapskooi' naar een later tijdstip te verwijzen, waarna
de totale verantwoordelijkheid naar het C.D.A. werd geschoven.
De heer Dirven vindt het niet juist de verantwoordelijkheid voor bepaalde
raadsbesluiten af te wentelen op individuele leden van die raad of op een
enkele politieke groepering daaruit. Zijns inziens is de volledige gemeente
raad verantwoordelijk. Tenslotte hoopt hij dat het voorstel niet is inge
geven door de gedachte de duur van de algemene beschouwingen zo beperkt
mogelijk te doen houden. Daarvoor acht hij deze te belangrijk. Op zich zou
hij het toejuichen als alle politieke partijen er naar zouden streven te
voorkomen dat hun politieke beschouwingen een langdradig karakter gaan
krijgen, maar ook vindt hij het dringend gewenst dat alle partijen ruim
schoots en in gelijke mate de gelegenheid krijgen hun mening over het ge
voerde en nog' te voeren beleid kenbaar te maken. Hij herhaalt derhalve nog
maals zijn voorstel om alle raadsfrakties een spreektijd van 45 minuten toe
te kennen.
De fraktie Gemeenschapsbelang - zo zegt de heer van der Bom - is van mening
dat iedere fraktie, over welk voorstel van het college dan ook, gelijke
rechten dient te hebben inzake de tijd welke nodig is om dat voorstel van
commentaar te voorzien. Zijn fraktie steunt dan ook het voorstel van de
heer Dirven en zou daar graag stemming over zien.
De heer Roeien zegt met genoegen kennis te hebben genomen van het antwoord
van de voorzitter in eerste termijn, waarin deze op openhartige wijze ver
slag heeft gedaan van de discussie welke plaats gevonden heeft in de com
missie bestuurlijke zaken. Hij is van mening dat uit de laatstgehouden po
litieke beschouwingen voor eenieder de conclusie valt te trekken dat deze
veel te langdradig waren.