-21-
jaren niet meer lukt. Een langere bestudering zou de vaststelling vertra
gen. In dit licht bezien achten wij een bestuderingsperiode van 3 weken,
zoals nu het geval is geweest, voldoende.
Hierbij willen wij nog opmerken dat bestudering van de begroting ook na de
algemene beschouwingen door de heren raadsleden gedurende 4 weken in het
onderhavige geval ongehinderd kan worden voortgezet.
Algemene financiële toestand.
Het college wil zich in de beantwoording in de eerste plaats richten op uw
twee opmerkingen met betrekking tot onze begrotingstechniek.
U vraagt zich af of het wel zo verstandig is aan een gedeelte van de post
onvoorzien en u doelt dan op 2 ton, geen bestemming te geven.
Het college acht het zonder meer verstandig. Een raming van het niet be
stede deel van de gewone dienst is geheel conform de voorschriften. Dit
is punt I
Rekening moet u er mede houden dat de bij de post "onvoorzien" vermelde
opsomming van kosten voor voorzieningen die naar verwachting in 1980 aan
de orde zullen komen, dat niet gezien dient te worden als een uitputtende
opsomming.
Niet alle in de nota van aanbieding aangegeven beleidsvoornemens, die kosten-
vragend zijn, werden in de opstomming vertaald. Gedacht kan worden aan uit
breiding personeel (bladz. 14) en verdere aansluiting op onderdelen van de
stadsgewestelijke gezondheidsdienst (blz. 16)
Voorts zal het reeds vooraf opdelen van deze post over andere begrotings
posten de duidelijkheid voor u als raad niet bevorderen.
U allen als raad kunt nu of in de loop van het jaar de bestemming van
deze gelden aangeven. Het college meent te mogen opmerken dat het onzer
zijds een prettige opstelling is u als raad wat ruimte te geven.
Uw tweede opmerking.
U constateert een aanzienlijke financiële ruimte! Zowel in budgettair
opzicht, ais ten aanzien van de reserves.
Dan concludeert u dat deze ruimten voldoende mogelijkheden bieden tot het
doen van met name, niet-exploitatie-gevoelige investeringen zonder dat be
lastingverhoging noodzakelijk wordt. Dat zou gehanteerd kunnen worden!
Het college merkt echter in de eerste plaats op dat de laatste jaren uit
de overschotten van de gewone dienst reeds extra wordt afgeschreven. Indien
dit niet zou gebeuren of gebeurd zou zijn dan zouden deze middelen worden
gereserveerd.
Dit toegelichte beleid wenst het college te continueren.
Het college voelt er niets voor alle reserves te souperen voordat tot be
lastingverhoging wordt overgegaan.
De gedachte achter deze opvatting is, dat hierdoor mogelijke financierings
problemen in de toekomst kunnen worden voorkomen en de budgettaire moge
lijkheden zeker voor de toekomst beter veilig kunnen worden gesteld.
Voornamelijk de woordvoerder van het C.D.A. en de V.V.D. waarschuwen voor
een te groot optimisme ten aanzien van de budgettaire positie van de ge
meente in de toekomst en dat er gewaakt dient te worden tegen de opvatting.
"Dat het niet op kan". Vanzelfsprekend is duidelijk, dat het college
zich hierin volledig kan vinden.
U merkt verder op dat er bij verhoging van belastingen geen sprake mag zijn
van automatisme. U doelt waarschijnlijk op het voornemen van het college
de leges en de reinigingsrechten jaarlijks aan te passen. Het college
blijft bij dit voornemen.