- 12 -
als volgt te zijn, namelijk: 10 stemmen voor 1) de Hoon en 2) Jansen en
1 stem voor 1) Jansen en 2) de Hoon.
De voorzitter besluit met de mededeling
dat beide namen zullen worden doorgegeven
aan het stichtingsbestuur die daaruit ver
volgens een keuze zal maken.
9) Voorstel tot verhoging van de hondenbelasting.
De heer Jansen zegt dat zijn fraktie bereid is zowel een verhoging tot
f. 20,als tot f. 25,te accepteren, met dien verstande dat niet ak
koord gegaan zal worden indien uit deze verhoging gefinancierd gaan worden
de kosten van bepaalde suggestieve borden e.d.
De heer Dirven vraagt het college waarom er hondenbelasting wordt geheven.
Wordt deze belasting gezien als een inkomstenbron voor de gemeente, of
tracht men op deze wijze het aantal hondenbezitters te beperken? Tegen het
bekostigen van suggestieve borden, trottoirtegels en dergelijke uit deze
verhoging zou hij geen bezwaar hebben. Indien zulks echter niet wenselijk
wordt geacht, verzoekt hij het college in de komende begroting daarvoor
een post op te nemen. Tenslotte stelt spreker voor de hondenbelasting te
verhogen tot f. 25,per jaar.
De heer Naqelkerke vindt een verhoging tot f. 25,teveel. Zijns inziens
heeft een dergelijke verhoging, in de orde van grootte van plm. 70?ó, geen
enkel positief effect ten aanzien van de overlast welke van honden wordt
ervaren. Ook heeft het aanbrengen van tekstbordjes, trottoirtegels en der
gelijke naar zijn mening weinig zin. Uitsluitend het intensiever controleren
en waar nodig bekeuren door de opsporingsambtenaren, zal zijns inziens een
positief effect kunnen hebben.
Namens zijn fraktie deelt de heer van der Bom mede het voorstel van burge
meester en wethouders in zijn huidige vorm te zullen steunen. Zijn fraktie
is tégen het plaatsen van borden, het aanbrengen van tegels en dergelijke,
omdat naar hun mening de meeste overlast wordt veroorzaakt door loslopende
honden waarop dergelijke vermaningen en aanduidingen uiteraard weinig in
vloed zullen hebben.
De heer Roeien spreekt zijn voorkeur uit voor een verhoging tot f. 20,
Hij vindt dat in de gemeente Prinsenbeek, met zijn uitgestrekt buitengebied,
net hebben van een hond vaak nog een noodzakelijk iets is. Evenals dit het
geval is bij de gemeentelijke leges, dient ook bij het vaststellen van de
hondenbelasting een bepaalde norm te worden gehanteerd.
Zich in eerste instantie richtend tot de heer Dirven, antwoordt wethouder
van Seventer dat hondenbelasting wordt geheven op grond van een desbetref
fend artikel in de gemeentewet. Hij zegt vervolgens dat de hondenbelasting
natuurlijk niet ten doel kan hebben het verminderen van het aantal honden.
Indien dat zou worden voorgestaan zou er een ander, veel hoger bedrag moeten
worden vastgesteld. Hij zegt dat thans een voorstel aan de orde is om de
hondenbelasting met f. 5,per jaar te verhogen. Wanneer de gemeenteraad
echter van oordeel is dat het nuttig zou kunnen zijn op diverse plaatsen in
de gemeente borden en dergelijke te plaatsen, lijkt hem een verhoging met
f. 10,alleszins aanvaardbaar teneinde de kosten van die borden daaruit
te bekostigen. Namens het college vraagt hij de raad daarover een standpunt
te bepalen.
De heer Jansen is het niet eens met de opvatting van de portefeuillehouder.
Indien er verband wordt gelegd tussen het verhogen van de belasting tot
f. 25,en het aanschaffen van borden, tendeert hij naar een verhoging tot
f. 20,
De heer Dirven vindt het op zich niet zo belangrijk of de belasting wordt
verhoogd tot f. 20,of tot f. 25,en of eventueel aan te schaffen borden
en trottoirtegels worden gefinancierd uit de hondenbelasting of uit de algemene