- 16 - teerd was aan het aantal Prinsenbeekse onderwijsvolgenden. Wanneer nu de gemeente Breda van mening is voor de buitengemeenten een andere rege ling te moeten instellen, betekent dat zijns inziens dat van de vaste lasten een groter gedeelte wordt omgeslagen over de leerlingen van buiten Breda. Naar zijn mening betekent dat, dat de gemeente Prinsenbeek in plaats van in de variabele kosten een subsidie zou moeten verstrekken in de vaste kosten. Als de gemeente Breda dan ook stelt dat zij in de vaste kosten geen enkele subsidie behoeft, is er zijns inziens geen enkele aanleiding om in de variabele kosten verschillende tarieven te hanteren. Dit zou name lijk betekenen dat een gedeelte van de vaste kosten wordt overgeheveld naar de variabele kosten. Hij zou het dan ook reëler vinden indien de ge meente Breda aan die gemeenten, die via hun inwoners gebruik maken van de Muziekschool, een bijdrage zou vragen in de vaste lasten en niet, zoals men thans van plan is, de niet-Bredase leerlingen een hoger lesgeldbedrag te laten betalen. Hij vindt dit een vorm van slecht beleid, waarop dezer zijds de gemeente Breda geattendeerd zou moeten worden. Op de tweede plaats - zo zegt hij - is er in de commissie financiën sprake geweest van de vorming van een muziekfonds. Indien een dergelijk fonds ge sticht zou worden, welke zouden dan de overwegingen moeten zijn om voor andere culturele of sportieve activiteiten geen fondsen te stichten. Spreker vindt dat er voor gewaakt moet worden dat de ene activiteit bevoordeeld wordt boven de andere. Ofschoon er vele verschillende vormen van muziekonderwijs op de Muziekschool gegeven worden, zullen er altijd enkele vormen overblijven waarvoor dit niet geldt. Hij vraagt zich af welke weg men dient te bewandelen indien een of meerdere inwoners een dergelijke vorm van muziekonderwijs zouden willen volgen. Deze vraag zou voor zijn fraktie gemakkelijk te beantwoorden zijn, en wel in afwijzende zin. Hij vindt dat, waar de gemeente Prinsenbeek ge kozen heeft voor een subsidieverlening aan de Stedelijke Muziekschool Breda, andere muziekuitingen dan welke daar geleerd worden buiten een eventuele subsidieverlening dienen te vallen. Ten aanzien van het muziekonderricht zoals dat door Amor Musae werd en wordt gegeven, is spreker vol lof. Hij is het echter niet eens met het voorstel om de jaarlijkse subsidie voor de leerlingenopleiding zonder meer te ver hogen tot f. 7.000,Hij vindt dat een dergelijk besluit gebaseerd dient te zijn op een gedetailleerde begroting, en dat de hoogte van het eventuele subsidiebedrag gerelateerd mag zijn aan de reële uitgaven welke gemaakt worden door het leerlingenonderwijs Spreker plaatst vervolgens vraagtekens bij het nut van de Algemene Muzikale Vorming. Zonder daarover meteen een waarde-oordeel te willen geven zegt hij, dat hem uit informaties is gebleken dat het nuttig effect daarvan betwijfeld moet worden. Los daarvan echter is het hem bekend dat de Bredase cursisten voor dit onderwijs f. 21,50 per kwartaal verschuldigd zijn, zijnde exact hetzelfde bedrag als berekend zal worden voor de leerlingen uit Prinsenbeek. Hij vraagt zich dan ook af waarom voorgesteld wordt 50?ó van deze schoolgeld- bijdrage voor rekening van de gemeente te nemen. Spreker zou het tenslotte betreuren indien het muzikaal vormendonderwijs beperkt zou blijven tot de schoolgaande jeugd. De heer Jansen zegt verheugd te zijn met het collegevoorstel ten aanzien van de Algemene Muzikale Vorming. Voor wat betreft de daaraan verbonden kosten, prijst hij zich gelukkig dat op de voorgestelde wijze dit onderwijs voorlopig totstand kan komen. Omdat echter voor het gehele gemeentebestuur de kwaliteit van dit onderwijs voorlopig een onbekende factor zal zijn, vindt hij dat a priori ten opzichte van de gemeente Breda een proeftijd moet worden ingebouwd van twee jaren. Bovendien vindt hij dat deze proeftijd zo danig dient te worden begeleid dat na verstrijken van één jaar een evalua tierapport beschikbaar is, aan de hand waarvan zo nodig het tweede jaar kan worden bijgestuurd. In dit verband zou hij het ook erg op prijs stellen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 234