- 21 -
zijns inziens onvoldoende om aan een en ander gestalte te geven.
Wethouder Houtepen beaamt dat de gemaakte plankosten inderdaad vrij aan
zienlijk zijn. Reeds onder het vorige college is een eerste aanzet gegeven
om te komen tot plannen met betrekking tot renovatie van 'de Kuil', en
sindsdien is er op verschillend niveau veel werk verricht.
Op een vraag van de heer Hennekam of de wethouder bedoelt dat zijn voor
ganger financiële verplichtingen zou zijn aangegaan, antwoordt deze ont
kennend
De voorzitter meent dat de kern van de zaak bestaat uit de vraag of het
door de raad gevoteerde krediet van f. 100.000,voldoende zal zijn om
daaruit te betalen het bedrag voor de reeds gemaakte kosten, alsmede het
bedrag nodig om het bad veilig en hygiënisch te doen zijn, inclusief de
te betalen B.T.W. Daarom ook vraagt de wethouder namens het college of het
niet mogelijk is dat raad en college tezamen tot een opstelling komen, het
geen er toe zou kunnen leiden dat er een bedrag zichtbaar wordt, gelegen
tussen het door het college gevraagde en door de raad gevoteerde bedrag, en
waarbinnen de veiligheid en hygiëne gegarandeerd is.
De heer Jansen is het daar niet mee eens. Hij vindt dat in principe gemikt
moet worden op een bedrag van f. 100.000,en dat, indien zou blijken dat
er mogelijk een enkel bedrag van kleine omvang meer vereist is, daar als
nog over gesproken kan worden.
De heer van der Westen zegt het te betreuren dat de discussies verlopen
zoals dat thans het geval is. Het lijkt erop - zo vervolgt hij - dat in een
tijd waarin van iedereen financiële offers worden gevraagd, de discussies
desondanks uitsluitend ten doel hebben een zo hoog mogelijk bedrag in de
wacht te slepen. Naar zijn mening wordt onvoldoende gepoogd met zo weinig
mogelijk middelen een aanvaardbaar geheel te realiseren.
Wethouder Houtepen antwoordt dat het geenszins de bedoeling is een luxueus
zwembad te creëren, en zegt het een uitdaging te vinden binnen het door
de raad gevoteerde krediet die voorzieningen te realiseren die nodig zijn.
De voorzitter sluit vervolgens de discussie en concludeert dat het verder
strekkend voorstel zoals dat door de gemeenteraad naar voren is gebracht,
unaniem wordt geaccepteerd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervol
gens aldus besloten.
16) Voorstel tot vaststelling van het krediet in rekening-courant met de Coö
peratieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. te Prinsenbeek voor het .jaar 1981.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
17) Nota met betrekking tot geluidshinder in verband met verkeerslawaai.
De heer Roeien deelt mede te constateren dat de thans voorliggende nota
vrijwel dezelfde is als die welke in de vergadering van juni 1980 werd aan
geboden, en bij welke gelegenheid hij namens de fraktie waartoe hij behoort
reeds mededeelde dat de problematiek rond de geluidshinder deze fraktie
zeer ter harte gaat. Tijdens die junivergadering bestond er onduidelijkheid
over de vraag of de rijksoverheid te zijner tijd mogelijk dezelfde plannen
ten uitvoer zou gaan brengen als die welke het college toen voorstelde,
alsmede over mogelijke subsidieverlening door de rijksoverheid. Tevens
hebben de toer) gevoerde discussies, welke gevoerd werden op basis van één
uitgebrachte offerte, geleid tot een tweede offerte. Spreker vervolgt met
het college te vragen hem enige duidelijkheid te verschaffen over het schrij
ven van 6 juni 1979, verzonden in antwoord op een schrijven van het Ministerie
van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van mei 1979. Uit informatie is hem
namelijk gebleken dat de desbetreffende bewindsman gedurende de afgelopen
twee jaren een landelijk te besteden budget tot zijn beschikking heeft ge
had ten bedrage van 50 miljoen gulden. De gemeenten hebben daarover in het