-10-
wat betreft de opslag van oud-papier. Ongeveer zes jaar geleden
heeft de papierindustrie, gesubsidieerd door het rijk, in Neder
land voorraadloodsen laten bouwen voor de opslag van dit oud papier
gedurende de tijd dat de prijzen laag zijn. De totale capaciteit
hiervan bedraagt 70.000 ton. Dit heeft het voordeel dat men goed
koop inkoopt, de stroom in een lage matkt op peil kan houden en
bij een lage markt uit een goedkopevoorraad kan putten. Spreker
besluit zijn betoog met de mededeling dat hij in navolging van de
voorgaande spreker eveneens van mening is dat artikel 3 dient te
vervallen.
Nadat de voorzitter heeft geconstateerd dat de door voorgaande
spreker gedane verderstrekkende voorstellen voldoende steun krij
gen vanuit de gemeenteraad om onderwerp van gesprek te kunnen
zijn, geeft hij het woord aan de heer Naqelkerke.
Deze zag de verordening graag aangevuld met een artikel 8, waarin
een bepaalde tijdsduur wordt vastgelegd gedurende welke deze rege
ling van kracht is. Daardoor wordt de mogelijkheid geschapen om na opge
gedane ervaringen gedurende een periode van bijvoorbeeld twee jaren,
te bezien of de regeling aangepast dient te worden.
De heer Dirven zegt het niet eens te zijn met het college-voorstel.
Naar zijn mening wordt door het verlenen van subsidie op oud-papier
inzameling' het marktmechanisme verstoord. Hij vindt dan ook dat de
in de gemeente gevestigde 'verenigingen en instellingen, welke menen
zonder de opbrengsten van het oud-papier inzamelen beperkt te zijn
in hun mogelijkheden of activiteiten, via de geëigende wegen een
subsidieaanvrage bij de gemeenteraad moeten indienen.
Spreker is voorts van mening dat in het college-voorstel het
milieu-aspect "er met'de haren is bijgesleept". In dit verband
verwijst hij naar vroegere discussies in de gemeenteraad over de
wenselijkheid voor gemeentelijke drukwerken grotendeels over te
schakelen op het gebruik van recycling-papier hetgeen in de prak
tijk niet bleek te werken.
De heer Roeien is van mening dat de voorgestelde regeling wel dege
lijk zijn positieve kanten heeft. Uit persoonlijke waarneming is hem
bekend hoe groot de problemen bij de vuilverwerkingsinstallaties
zijn met het scheiden van het oud-papier van het overige afval.
Treffend in dit verband is ook een uitspraak van de minister van
volksgezondheid en milieuhygiëne waarin hij zich duidelijk opstelt
achter door gemeenten op dit gebied te- nemen stimulerende maatre
gelen omdat daarmee een positief effect wordt bereikt in de pro
blematiek rond het huishoudelijk afval.
In zijn antwoord constateert wethouder van Seventer dat de heer
Dirven zich lijnrecht opstelt tegenover de uitspraak van de mini
ster van volksgezondheid en milieuhygiëne waarbij deze nog onlangs
heeft verklaard niet van plan te zijn zijn aanbeveling aan de ge
meenten om een minimumprijs te garanderen aan verenigingen en
scholen voor ingezameld oud papier, op te schorten. Namens het
college deelt spreker tenslotte mede het voorstel te willen hand
haven, zij het dat artikel 3 uit de verordening kan komen te ver
vallen en dat er een artikel aan kan worden toegevoegd, regelende
een bepaalde periode gedurende welke deze regeling voorlopig van
kracht zal zijn.
Daartoe in tweede termijn het woord gekregen hebbende, zegt de heer
Jansendat indien artikel 1 uit de verordening zou worden weggelaten
- zoals bepleit door de heer van der Bom - elke doelstelling uit de
regeling wordt ontnomen. Dit artikel is juist opgenomen om te voor-