-18- basisonderwijs gestalte zal gaan krijgen, maakt het volgens spreker uitermate noodzakelijk alert te blijven op de kostenontwikkelingen. Ook is spreker van mening dat, gezien de huidige toestand van 's Rijk financiën, de plannen om te komen tot klassen met een kleiner aantal leerlingen, niet al te serieus genomen moeten worden. Spreker verwondert zich vervolgens over de grootte van het thans ge vraagde krediet, en vraagt zich af op welke wijze er een dergelijke achterstand in het plegen van onderhoudswerkzaamheden heeft kunnen plaatsvinden. Zijns inziens betekent het onderhavige voorstel, dat aan achterstal lig onderhoud naast de jaarlijks daartoe toegestane begrotingsposten, nu nog eens gevoteerd moet worden een bedrag van f. 147.000,waar van verwacht zou mogen worden dat deze in het verleden zouden zijn gespaard. Thans blijkt er slechts f. 35.000,-- beschikbaar te zijn zodat het restant door de gemeente dient te worden betaald. Spreker deelt vervolgens mede dat binnen de commissie financiën de gedachte is opgekomen om de uitvoering in fasen te doen geschieden. En wel te faseren in twee hoofdelementen, namelijk vier lokalen geheel aanpas sen, met de overige lokalen voorlopig te wachten, maar binnen het totale plan wel die onderdelen uit te voeren welke niet splitsbaar zijn. Spreker voegt daaraan toe dat zijns inziens door het schoolbe stuur ingeleverd dienen te worden de door haar te toucheren bedragen voor het uitvoeren van achterstallig onderhoud en groot onderhoud die zij via de normale vergoeding per leerling in 1981 zou ontvangen. Spreker doet tenslotte de suggestie om binnen de besprekingen rond de renovatie van de Heilig Hartschool, tevens te bezien of er moge lijkheden gevonden kunnen worden in de toekomst het muziekonderwijs daar te laten plaatsvinden. De heer Lodewijks vindt dat de heer Jansen uitstekend heeft verwoord de kwaliteit van de discussie zoals die in de commissie financiën heeft plaatsgevonden. Voor wat betreft de conclusies daarvan waren die unaniem en worden die ook nu nog door hem onderschreven. Deson danks is er wellicht in de commissie financiën wat lichtvaardig ge sproken over de snelheid waarmee zich bepaalde ontwikkelingen in het onderwijs zullen voordoen. De portefeuillehouder heeft tijdens de commissievergadering reeds gewezen op de op gang zijnde integra tie van het kleuter- en lager onderwijs. Te denken valt ook over de plaats van de school waarover gesproken wordt ten opzichte van de uitbreidingsplannen en het aantal kinderen daaruit die deze school zouden kunnen gaan bezoeken. Echter, als er gefaseerd wordt in de zin zoals de commissie financiën dat bedoeld heeft, kan een en ander, zodra die ontwikkelingen zich metterdaad voordoen, als nog bekeken worden. Spreker besluit met de conclusie zich volledig achter het commissievoorstel te kunnen scharen. De heer Dirven vangt zijn betoog aan met bezwaar te maken tegen het feit dat gesproken wordt over de "commissie financiën", terwijl dit dient te zijn de "commissie onderwijs". Ook maakt hij bezwaar tegen het feit dat in het verslag van die vergadering zijn naam voorkomt onder de lijst van aanwezigen terwijl hij daarbij niet aanwezig had kunnen zijn. Hij schaart zich dan ook niet achter het commissievoor stel als zodanig als zijnde daarin mede geparticipeerd te hebben. Spreker constateert vervolgens dat het onderhavige voorstel betrek king heeft op de oudste school in Prinsenbeek, welke school, naar verwacht mag worden, de grootste toeloop zal krijgen van kinderen afkomstig uit de recente uitbreidingsplannen "Staart I" en "Staart II Nu is de concurrentiepositie van deze school ten opzichte van later gebouwde scholen, vrij zwak. Dit betekent dat de ouders van kinderen die in eerste instantie de Heilig Hartschool zouden bezoeken, sneller

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 264