-22-
tellend noodgebouw dat zijns inziens niet meer aan redelijke eisen
voldoet
De heer van der Westen vindt dat de heer Dirven een denkfout maakt.
Het onderhavige renovatieplan heeft betrekking op een school ten be
hoeve van het bijzonder onderwijs terwijl de noodlokalen waarop de
heer Dirven doelt bestemd zijn voor het openbaar onderwijs. Het zal
toch ook de heer Dirven bekend zijn - zo vervolgt hij - dat de openbare
kleuterschool twee jaar geleden nog vier klassen telde en dat dat
dit jaar gedaald is tot twee.
De heer Jansen zegt dat alle op dit moment bekende informatie meer
dan voldoende aanleiding geeft te persisteren bij het voorstel van
de commissie voor onderwijszaken. Nog liever ware het hem indien het
college thans zou besluiten tot fasering en de raad in zijn eerstko
mende vergadering een begroting aan te bieden van de daaraan verbon
den kosten opdat ook daarover van gedachten gewisseld kan worden.
De heer Hennekam is van oordeel dat het in de tussenliggende periode
voor het Katholiek Onderwijs mogelijk moet zijn om op grond van ge
gevens welke door de gemeente verstrekt worden enigszins aan te geven
welke de verwachtingen zijn ten aanzien van in de toekomst benodigde
lokalen, en op welke wijze het schoolbestuur denkt het aanbod van
leerlingen over beide scholen te spreiden. De bedragen welke met deze
renovatiegemoeid zijn rechtvaardigen alleszins een vergaand inzicht
in de materie.
De heer van der Bom, de discussie beluisterd hebbende, stelt het
college voor om het voorstel terug te nemen en daarmee in een volgende
vergadering terug te komen.
De voorzitter schorst vervolgens de vergadering teneinde zich met de
overige leden van het college te beraden.
Nadat de voorzitter de vergadering heeft heropend stelt wethouder
van Seventer de vraag of de gemeenteraad bereid is in principe mede
werking te verlenen aan een renovatie van de Heilig Hartschool, waar
bij de plannen waarin wordt aangegeven op welke wijze de renovatie
gestalte zal gaan krijgen in een volgende vergadering wordt aange
boden. Het verzoek tot renovatie is door het schoolbestuur ingediend
29 september jongstleden, en wanneer daaraan binnen vier maanden geen
gevolg wordt gegeven wordt geacht daaraan automatisch medewerking te
verlenen
De heer Jansen deelt daarop mede inderdaad in principe tot renovatie
bereid te zijn, zij het met de uitdrukkelijke toevoeging dat althans
op dit moment deze bereidheid niet verder strekt dan tot vier lokalen.
De heer Dirven is het daarmee pertinent niet eens, en vraagt stemming
over het oorspronkelijke college-voorstel dat hij, nadat het college
heeft besloten het door de heer Jansen geformuleerde voorstel over
te nemen, tot het zijne heeft gemaakt.
Vervolgens brengt de voorzitter in
stemming het voorstel om medewerking
te verlenen en een krediet beschikbaar
te stellen voor de renovatie van de
Heilig Hartschool, welk voorstel met
9 stemmen tegen (van de leden van
Schaik, Hennekam, Jansen, van der
Westen, Houtepen, Lodewijks, Nagel-
kerke, van den Eijnden en Roeien) en
k stemmen vóór (van de leden van
Seventer, van der Bom, de Hoon en
Dirven) wordt verworpen.