-16-
toch een betrekkelijk kleine moeite moet zijn om op basis van beschik
bare geboortecijfers een vrij nauwkeurige voorspelling te doen over
het noodzakelijke aantal schoollokalen tot 1984.
Met klem vragen wij u dan ook om ons zo'n soort prognose voor de volgende
vergadering ter hand te stellen.
Ik sprak, mijnheer de voorzitter, zoëven al over het renovatieplan
voor de Heilig Hartschool dat in de vorige vergadering hier nog ter
tafel is geweest.
De gemeenteraad heeft, hoewel verdeeld, hierover bij meerderheid een
besluit genomen. En ik zou er dan ook niet meer op terugkomen, als
ik van mening was dat het genomen besluit een goed besluit is en dat
aan de totstandkoming ervan een goede meningsvorming was voorafgegaan.
Ik stel er echter, mijnheer de voorzitter, prijs op hier te stellen
dat het achteraf gezien een slecht besluit was en een besluit dat alle
sporen draagt van een werkelijk bedenkelijke voorgeschiedenis in de
commissie onderwijszaken. En dit vind ik ongeacht de steun die door
mijn fractie aan het uiteindelijke besluit is gegeven.
Waarom, zo zult u zich afvragen, zo snel al teruggekeerd van eerdere
schreden?
Ik zal het u kort uitleggen.
Zoals gebruikelijk ging aan de besluitvorming in de raad overleg
vooraf in de betreffende commissie van advies. Tijdens dit overleg
kwam, maar dat is niet bijzonder, naar voren dat de gehele renovatie
een-uiterst kostbare aangelegenheid zou gaan worden. Reden dus om
te bekijken of alle onderdelen van het plan wel noodzakelijk waren,
om na te gaan welke onderdelen bij prioriteit en welke onderdelen
later aan attVoeYing toe moesten komen, en - en hier zit een belang
rijk addertje onder het gras - te bekijken wie voor de noodzakelijk
te maken kosten verantwoordelijk gesteld moest worden.
Onder de bezielende leiding van de verantwoordelijke portefeuille
houder werd in commissie het door u voorgestelde plan op een aantal
belangrijke punten gewijzigd. Unaniem, dat zeg ik erbij, hoewel
helaas de vertegenwoordiger van de V.V.D. afwezig was.
Het was een goede vergadering geweest, de aanwezige deskundige zag
het alternatieve plan, dat voorzag in een gefaseerde uitvoering
van activiteiten en in een redelijke bijdrage in de kosten van
het schoolbestuur, zowel naar inhoud als naar uitvoering wel
zitten; de portefeuillehouder was, zoals hij het uitdrukte, "een
steen van het hart gevallen" en stond er dus ook helemaal achter en
de drie raadsleden waren van soortgelijke mening.
En toen de raadsvergadering: Dat begon al met het uit de boot vallen
van Gemeenschapsbelang; dat zag het gefaseerde karakter van het plan
niet meer zo zitten. C.D.A. en P.v.d.A hielden vast aan het commis
sie-advies, de V.V.D. had vrij spel want was niet gebonden aan dit
advies.
En toen kwam de wethouder aan het woord: Geen spoor van twijfel meer,
het plan zoals het oorspronkelijk op tafel lag moest en zou worden
uitgevoerd en degenen die vasthielden aan het alternatieve plan zouden
zowel onderwijs als onze schoolkinderen ernstige schade berokkenen.
Het was een mooi verhaal maar het praatje deugde niet, omdat juist
deze portefeuillehouder met veel bezieling zoals ik al zei op het
alternatieve plan had aangestuurd. Ja, en wat er toen gebeurde dat
ligt nog vers in het geheugen.
Mijnheer de voorzitter, de gang van zaken zoals geschetst geeft mijn
fractie zeer te denken over de bestuurlijke rol die een lid van uw
college in deze heeft gevolgd. Wij nemen hem dat kwalijk.