-27- Zaalhockey wordt 2 maanden per jaar gespeeld. Er is geen jaargebruiker te vinden die bereid is 2 maanden af te staan. Momenteel zou zaalhockey moge lijk zijn op zondagavond van 9 tot 10 uur. De vereiste balken moeten dan gehuurd of geleend worden. Het is u echter bekend dat in het verleden de sporthal al eens bij wijze van proef voor deze sport gebruikt is, maar dat toen beschadiging plaats vond. Duidelijk toendertijd door mijn ambtsvoorganger persoonlijk geconstateerd. Dat is dan ook de reden dat het college niet voelt voor een nieuwe proef. Het college voegt er nog aan toe dat zaalhockey verboden is in rijksgymna stieklokalen. Ten tweede: de Onroerend Goedbelastinq. Het tarief voor deze belasting kan jaarlijks bijgesteld worden via een wij ziging van de belastingverordening. Maar nu komt het "Het is helaas niet mogelijk om de verhoging dan buiten invordering te laten". Met de gedachte, heer Jansen, wel jaarlijks te ver hogen doch niet te innen speelde u. Dat blijkt dus niet mogelijk. Ik merkte het al eerder op, het tarief dat in een Koninklijk goedgekeurde verordening vermeld staat dient ook geïnd te worden. Het heeft ook geen nut de belasting jaarlijks te verhogen met de norm ge steld door Binnenlandse Zaken, daar deze norm niet van toepassing is op de gemeentelijke belastingen alleen op retributies art. 277 Gemeentewet. In principe zou het mogelijk zijn elk jaar de Onroerend-goedbelasting met een willekeurig percentage te verhogen. Als er maar rekening mede ge houden wordt dat de gemeente minder onroerend-goedbelasting heft dan 21% van de Algemene uitkering, vermindert met de kosten sociale zorg. Het college is van mening dat de verhoging van de onroerend-goedbelasting om de 3 jaar bekeken dient te worden. Maatregelen worden genomen voor het jaar 1981. In de loop van 1980 zullen alle panden geherwaardeerd worden. In de tweede helft van 1980 zullen wij nader op deze zaak terugkomen. Tot slot de: Public Relation Ambtenaar. De communicatie-problemen, waarover de heer Jansen aan het eind van zijn betoog gewag maakt, waren vanzelfsprekend ook ons college bekend. Wij kunnen u mededelen dat wij intern enkele gesprekken hebben gehad, om aan deze problemen het hoofd te kunnen bieden. Indien gewenst zullen wij de toekomstige bestuurscommissie van onze maat regelen, vertrouwelijk op de hoogte houden. Ds aanstelling van een public relation ambtenaar zal hier geen oplossing brengen. Dat staat vast. Wij zijn dan ook in deze bepaald geen voorstander. Wij hopen dit probleem binnen het kader van ons ambtelijk apparaat zelf tot een oplossing te brengen. De voorzitter geeft- het woord aan de'heer van der Bom. Namens de f'raktie uuineenschapsbelang wenst hij het college van burgemeester en wethouders alle goeds voor 1980. Uit het antwoord van burgemeester en wethouders concludeert hij dat veel van zijn suggesties zullen worden uitge voerd dan wel onderzocht. Hij betuigt zijn instemming met hetgeen is gezegd ten aanzien van het onder werp ruimtelijke ordening. Jammer vindt hij het dat met de bouw van een nieuw onderkomen voor de plaatse lijke politie op korte termijn geen aanvang kan worden gemaakt, en hij spreekt de hoop uit dat dit geen nadelige gevolgen zal hebben voor het politieapparaat. Voor wat betreft het glasinzamelingsproject is hij het met het college eens dat de gemeente Prinsenbeek binnen het proefgebied een vrij goed figuur slaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 28