-26- Het betoog van de heer Jansen luidt als volgt: Mijnheer de voorzitter, wij hebben uw nota van aanbieding en begro ting ontvangen, naar aanleiding waarvan ik een stuk erkentelijkheid wil betuigen ook ten aanzien van de ambtenaren die zich daarin hebben verdiept. Toch betreur ik dat men bij de opstelling andere wegen heeft bewandeld, waardoor niet zo zeer naar inhoud, maar wel naar overzichte lijkheid dit stuk sterk aan waarde heeft ingeboet. Ik dacht dat de scheiding van de cijfermatige inhoud en de beleidsvisie dusdanig is geschied, dat op een gegeven moment in het totale stuk bepaalde on derwerpen tweemaal, soms zelfs driemaal voorkomen, waarmee eigenlijk hernieuwd verwarring wordt gesticht bij het lezen. De gebruikte cij fers worden dan ook nog geplaatst in een andere context en kloppen dan niet altijd volledig met elkaar, waardoor bij eerste' lezing een verwarrende indruk wordt verkregen en de taak, om de inhoud te be kijken en te bespiegelen niet wordt vereenvoudigd. Ik zou u willen verzoeken daarover in de toekomst nogeens uw gedachten te laten gaan, zodat een en ander in de volgende jaren verbeterd wordt. De samenwerking binnen de raad in 1980, mijnheer de voorzitter. Men zou genegen zijn om te repliceren op hetgeen hierover vanavond te berde is gebracht. Ik dacht dat dat niet sportief was als laatste spreker, en ik wens mij te houden aan datgene wat ik daarover wilde zeggen. Ik acht deze samenwerking weinig stichtelijk. Het maakt op mij de indruk dat de samenwerkingssfeer binnen deze gemeente soms de indruk geeft dat men geleid wordt door een programcollege en niet door een afspiegelingscollege. Die sfeer wordt opgeroepen door de kleine frakties die dolgraag naar de politieke verantwoordelijkheid van de meerderheidsfraktie verwijzen, als zou die verantwoordelijkheid daaruit dienen te bestaan dat zij inhoudelijk de inzichten volgt van de kleinere frakties. Voorwaar, geen stukje democratie maar meer gaande in de richting van de dictatuur van de minderheden. Onnodige langdurige polemieken, waardoor de besluitvaardigheid gekoppeld aan een sfeerbedervende stem ming, geweld wordt aangedaan. Publikaties in "Modern Prinsenbeek" zijn daar soms een afspiegeling van. Waarom dat? Ik ben van mening dat de commissies uitermate slecht werken. Aldaar ingenomen standpunten en visies blijken vaak ter raadszitting volledig anders uit te vallen. Gebeurt dat op basis van ondeskundig heid tijdens besprekingen in een commissievergadering, of is het een gevolg van een dwangneurose opgeworpen vanuit een achterban? Soms verwacht ik dat het het laatste is, omdat ik dit van een eerlijk raadslid niet durf te veronderstellen. Mijnheer de voorzitter, de commissie bestuurlijke zaken. Een weinig zinvolle aangelegenheid. De bestaansgrond van deze com missie is nauwelijks aantoonbaar. Is zij beleidsbepalend voor burge meester en wethouders? Is zij informatief voor burgemeester en wet houders een "must"? Het komt op mijn fraktie over als een beleids- adviserend lichaam ten dienste van burgemeester en wethouders en niet ten dienste van de raadsleden. En dit laatste zou deze commissie dienen te zijn. Wij houden niet van een gedeelde verantwoordelijkheid tussen commissie en burgemeester en wethouders. Afhankelijk van de stellingname terzake door burgemeester en wethouders, zal mijn fraktie bij behandeling in tweede termijn overwegen of zij een definitief voor stel tot opheffing van de commissie bestuurlijke zaken zal indienen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 296