Wat bracht ons 1980?
Bestemmingsplan "Buitengebied", de aanvang met de bouw in "Staart II",
het scoutinggebouw, de nieuwe tennisbaan, accommodatie ten behoeve
van Bosdal etcetera. Terwijl verschillende nieuwe aanzetten in voor
bereiding zijn en waarschijnlijk, na reeds gevoteerde gelden, het
komende jaar in uitvoering zullen komen. Hoe is onze financiële
positie, mijnheer de voorzitter? Ogenschijnlijk uitermate florissant.
Dit is echter puur schijn, want de nota van aanbieding houdt geen of veel
te weinig rekening met de werkelijkheid. De stijging van de gewone
dienst bedraagt, na eliminering van de administratieve posten, een
verhoging van 10,6 naar 11,5 miljoen gulden. Dit betekent een stij
ging met ca. 9%. De volume-uitkeringen voor het gemeentefonds - de
hoofdbron van inkomsten - stijgt echter slechts met l%?ó.
Voor 1980 aanvankelijk nog met een schatting van 2,35?ó, is er uiteinde
lijk l,5?ó uit de bus gekomen. Hierin zit al een aanpassing voor
structurele maatregelen die ook in de toekomst zullen doorwerken, en
die in zijn eerste aanzet voor 1981 reeds structureel een bedrag
betekent van f. 67.000,Per saldo blijkt dan dat via het gemeente
fonds nog ca. f. 245.000,meer toevloeit. Een erg lage verhoging
in de orde van ca. 3%?ó. U ziet daar reeds een aanmerkelijk gat; een
stijqing van 9voor de gewone dienst en een toevoeging van het hoogst-
bijdragende fonds van 3%?ó. En vervolgens, zoals verwoord in uw nota
van aanbieding, de dreiging in de brief van de Minister van Financiën.
Op de eerste plaats, zo zegt deze, beperk uitbreiding en verzwaring
van uw taken tot het uiterste. Hij vervolgt met de aanbeveling bepaalde
taken af te stoten of in te krimpen. Daarnaast wordt de mededeling ge
daan, dat op grond van de macro-economische toestand het noodzakelijk
is gebleken de uitkeringen uit het gemeentefonds in te perken.
Dit houdt weinig hoopvols in voor de toekomst, mijnheer de voorzitter,
en het is voor mij en mijn fraktie aanleiding om juist op dit punt
speciale zorg te besteden bij de beoordeling van de nota van aan
bieding en haar consequenties.
De post onvoorzien daalt reeds met ca. f. 125.000,tot per saldo
nog f.492.000,Het financieringsoverschot is per heden nog negen-
mi'ljoengulden; ruim maar reeds langzaam dalende. Uw voorstellen voor
de investeringsprioriteiten 1981, waarvoor de begroting reeds geen
volledige ruimte meer biedt, worden voor een groot gedeelte gefinan
cierd uit in het verleden gekweekte reserves. Een vierdubbel risico,
mijnheer de voorzitter. Uw reserves worden opgesoupeerd; uw finan
cieringsoverschot wordt aangetast; uw rente-opbrengsten uit deze
financieringsoverschottentlrogen op; de exploitatielasten blijven
wel op de toekomstige begrotingen drukken.
Het resultaat van een een en ander zal zijn een snel verminderende
rentabiliteitspositie van de gemeentefinanciën. Dit is dan slechts
te verhalen door de belastingen op te schroeven, de subsidies te
verlagen, het welzijnsprogramma terug te draaien, dan wel nieuwe
aanzetten daartoe niet meer te entaimeren. Een weinig benijdens
waardige positie voor een ogenschijnlijk florissante gemeente.
Daarom concluderen wij reeds nu, om voorzichtig te zijn in onze
bestedings- en investeringspolitiek, teneinde de moeilijke jaren
die ongetwijfeld op ons af zullen komen toch nog met een gezonde
financiële positie tegemoet te kunnen treden. Dit zal het beleids
uitgangspunt van mijn fraktie zijn, mijnheer de voorzitter, voor
het komende jaar.
Het inwonersaantal in de begroting wordt aangenomen op 10.020. U
weet mét ons, dat de werkelijkheid per heden ligt rond de 9.965.
Wij hebben hernieuwd de 10.000-grens onderschreden, en ook dit
heeft zijn financiële consequenties. In 1981, mijnheer de voor-
-27-