-38-
de conclusie dat het collegestandpunt nu niet meer dezelfde zou zijn als de
laatste keer dat er over dit onderwerp in de raad is gesproken.
Na een ontkenning hiervan door wethouder Houtepen, en met verwijzing naar
hetgeen hij heeft gezegd ten aanzien van het aldaar van kracht zijnde bestem
mingsplan, verzoekt de heer Dirven om namens de gemeenteraad bij het Bredase
gemeentebestuur een bezwaarschrift in te dienen tegen de voorgenomen plannen,
en alle stappen te ondernemen nodig om de open verbinding tussen Prinsenbeek
en de Haagsche Beemden in stand te houden. Wethouder Houtepen zegt namens
het college toe aan dit verzoek gehoor te zullen geven.
Voor wat betreft de opmerkingen gemaakt over het openbaar vervoer zegt spreker
dat - uiteraard - ook de B.B.A. tracht zijn routes zo rendabel mogelijk te
doen zijn. En zo lang de verbinding tussen de Haagsche Beemden en Prinsen
beek niet verbeterd wordt zal het ook niet mogelijk zijn tot een ren
dabele busdienst tussen beide gebieden te komen. Hij zegt echter uitdrukke
lijk toe de ontwikkelingen op dit punt nauwgezet te zullen blijven volgen.
Van de woordvoerder van het C.D.A. heeft hij begrepen dat men niet optimis
tisch is over de tijdsduur en de kosten waarbinnen een beveiliging van het
kruispunt Beeksestraat/Velsgoed/Lunetstraat te verwachten is. In dit ver
band wijst hij echter op de grote belangen die ook Rijkswaterstaat heeft
bij het op zo kort mogelijke termijn totstandkomen van deze voorziening.
Immers, de op dit kruispunt te plaatsen verkeerslichten staan niet op zich
zelf, doch moeten gezien worden in relatie met een keten van verkeerslichten
die Rijkswaterstaat in de directe omgeving wil gaan plaatsen.
Met de verzekering aan het adres van de heer Jansen dat niet tot uitbreiding
van het buitendienstpersoneel zal worden overgegaan alvorens de gemeenteraad
zich daarover heeft kunnen beraden, en nadat hij de heer Roeien heeft medege
deeld dat niet uitsluitend financiële motieven er de oorzaak van zijn dat de
stankoverlast, veroorzaakt door de rioolwaterzuiveringsinstallatie, nog niet
is overwonnen, beëindigt wethouder Houtepen zijn beantwoording in tweede ter
mijn.
Als laatste spreker neemt vervolgens wethouder van Seventer het woord.
Hij benadrukt dat zowel het college, als hijzelf als verantwoordelijke porte
feuillehouder, zich steeds bijzonder tolerant heeft opgesteld ten opzichte
van het Cultureel Jongeren Centrum. Diverse malen heeft er een open - en menig
maal ook prettig - gesprek plaatsgevonden met het C.J.C. Het is het college
niet gelukt daaruit zelfs maar een duidelijk inzicht in de rechtspersoonlijk
heid te verkrijgen. Tot vier maal toe heeft de afdeling financiën getracht
bijstand te verlenen om tot een eenvoudige financiële opzet te komen. Het is
vergeefse moeite geweest.
Ook pogingen om het C.J.C. te laten voldoen aan de eisen die gesteld worden
op grond van de drank- en horecawet, hebben tot nu toe niet tot resultaten
geleid. Hij zegt wel te willen aannemen dat niet in alle gevallen uitsluitend
sprake is van onwil, maar wijst desondanks op de verantwoordelijkheid die
het college draagt voor een goed functioneren van het Schanske. Hij trekt
een parallel tussen de investeringen die zijn gedaan voor het gemeenschaps
huis Eikebos en het Schanske, waarbij Eikebos is gebouwd voor 10.000 mensen
en het Schanske, voor 100, en dat laat naar zijn mening aan duidelijkheid
niets te wensen over.
Vervolgens zegt hij, dat de deur voor een gesprek beslist niet gesloten is,
doch dat de eerste initiatieven daartoe nu van de zijde van het C.J.C. zul
len moeten komen. Daarbij gaat het college duidelijk uit van het standpunt
dat er óók voor een C.J.C. een plaats moet zijn in Prinsenbeek.
Onbegrijpelijk echter zegt hij het te vinden dat, waar het C.J.C. alle moge
lijke hulp is geboden in zowel het administratieve als het begeleidende
vlak, zij nog steeds niet bij machte zijn gebleken de meest eenvoudige basis
gegevens te verstrekken, mede noodzakelijk om het door het college gevoerde
beleid tegenover de raad te kunnen verantwoorden.