4) Mededelingen Gewestraad.
Er zijn geen mededelingen te doen.
5) Voorstel tot eervol ontslag-verlening aan de heer C.H.W. Aarts als arnbe-
naar van de burgerlijke stand en als loco-gemeentesecretaris.
Namens zijn fraktie wenst de heer Jansen uitdrukkelijk zijn dank over te
brengen aan de heer Aarts voor het werk dat hij binnen deze gemeente heeft
verricht, de inzet die hij daarbij immer heeft betoond en de onkreukbaar
heid die hij steeds in zijn werk ten toon heeft gespreid. Hij vraagt het
college gelegenheid te geven om op ongedwongen wijze van de heer Aarts
afscheid te nemen. Met de constatering dat de overige fracties in de raad zich
qeheel bij de woorden van de voorgaande spreker aansluiten zegt de voorzitter
toe, deze oelegenheid zeker te zullen bieden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
6) Voorstel tot benoeming van de leden van de raadscommissie voor bestuurlijke
zaken.
De heer Jansen stelt voorop dat zijn fraktie van mening is dat in deze com
missie bestuurlijke zaken de verhoudingen binnen de gemeenteraad tot uit
drukking dienen te komen, zodat zijn fraktie twee zetels opeist. Eveneens
naar de mening van zijn fraktie is geen combinatie mogelijk met de funkties
van fraktievoorzitter, lid van het seniorenconvent, en voorzitter van de
Arobcommissie in deze gemeente, zoals gecombineerd in zijn persoon. Hij
onderschrijft dit standpunt van harte en stelt voor om in de commissie te
benoemen de heren Roeien en van den Eijnderi, die beiden ter kennis hebben
gebracht een eventuele benoeming te willen accepteren.
De heer Nagelkerke deelt mede dat het uitgangspunt van zijn fraktie is dat
alle frakties in deze nieuwe commissie vertegenwoordigd dienen te zijn, en
dat het niet per sé noodzakelijk is dat dit gebeurt in de persoon van de
fraktievoorzitter. Hij geeft er dan ook de voorkeur aan dat de commissie
bestuurlijke zaken wordt gevormd door dezelfde leden als van de commissie
ruimtelijke ordening waarvan bovendien, zoals gewenst door voorgaande spre
ker, reeds twee vertegenwoordigers van het C.D.A. deel uitmaken.
Ook de fraktie Gemeenschapsbelang, aldus de heer van der Bom, vindt het
niet noodzakelijk dat de fractievoorzitters uitsluitend deel uitmaken van
deze commissie. Hij stelt zich voor het lidmaatschap van de commissie be
stuurlijke zaken beschikbaar.
De heer Dirven vraagt of uit de eis van het C.D.A. om twee zetels te be
kleden, de conclusie kon worden getrokken dat men er tevens voorstander
van is de commissie uit te breiden tot 5 leden.
De heer Jansen antwoordt dat in de laatst gehouden vergadering een besluit
is genomen conform het voorstel; hij ziet geen reden het aantal leden
thans ter discussie te stellen.
Nadat de heer Nagelkerke, heeft kenbaar gemaakt dat namens zijn fraktie
de heer Lodewijks wordt voorgedraqen zitting te nemen in deze commissie,
vraagt de voorzitter of het noodzakelijk is>-te '■stemmen, omdat de commissie
Na schriftelijke stemming zijn benoemd de heren
J. van der Bom (11 stemmen), H. Dirven (11 stemmen),
A. van den Eijnden (11 stemmen) en C. Roeien
(10 stemmen)
Niet benoemd is de heer Lodewijks 5 stemmen)
4 leden telt en er 4 kandidaten zijn. Nadat overleg is gepleegd met beide
wethouders en secretaris, geeft hij de heer Jansen het woord. Deze verzoekt
de heer Dirven mee te delen, of hij zich kandidaat stelt, waarop laatstgenoemde
niet onmiddellijk reageert. De heer Jansen zegt dat het C.D.A. een eventuele
kandidaatstelling van de heer Dirven zal steunen. Hierop stelt de heer Dirven
zich eveneens kandidaat. De voorzitter sluit de discussie en gaat over tot
stemming".