-7-
Met betrekking tot hetgeen de heer Dirven heeft gezegd ten aanzien van
de sociale indicatie deelt de voorzitter mede dat dit niet tot de taak
behoort van de welstandscommissie. Deze commissie beziet uitsluitend de
esthetische kant. Burgemeester en wethouders zouden in hun besluitvor
ming de sociale indicatie kunnen betrekken; de spelregels daarvoor zijn
te vinden in de bestemmingsvoorschriften. Wenst men tot uitbreiding van
zijn woning over te gaan, dan zal men aan de hand van de bestemmingsbe
palingen moeten bezien welke mogelijkheden daarvoor zijn. Bovendien
blijft het beroep op de raad mogelijk wanneer er inderdaad een sociale
indicatie aanwezig zou zijn, welke indicatie door Burgemeester en wet
houders niet naar behoren of niet voldoende zou zijn onderkend. Dan kan
altijd de raad nog, in uitzonderlijke gevallen, een andersluidende be
slissing nemen.
Ook kunnen burgemeester en wethouders niet meegaan met hetgeen door de
heer Nagelkerke is gezegd. Vóór 1975 is kennelijk zeer veel mogelijk ge
weest. Dat is dan ook de aanleiding geweest voor het gemeentebestuur om
een pas op de plaats te doen en regels te gaan treffen. De inzichten in
welstand kunnen misschien wel gewijzigd zijn, maar op dit punt zijn zij
kennelijk toch dezelfde gebleven.
De discussie afrondend deelt de voorzitter mede dat het collegevoorstel
gehandhaafd blijft, met dien verstande dat de suggestie van de heer van
den Eijnden daarin zal worden verwerkt.
Bij interruptie deelt de heer Roeien mede dat hij afstand wenst te nemen
van de opmerking door de voorzitter als zou er vóór 1975 veel mogelijk
zijn geweest. Eerst in 1975 werd de raad voor het eerst met deze proble
matiek geconfronteerd, en toen bleek dat er geen regels waren vastge
steld om een en ander goed te ordenen.
Vervolgens brengt de voorzitter op diens verzoek het voorstel van de
heer Dirven in stemming, luidende dat op woningen met een dakvlak van 6
meter of minder een dakkapel mag worden geplaatst met een breedte van 60?ó
van het dakvlak.
Tegen het voorstel stemmen de leden van Schaik, Henne-
kam, Jansen, v.d. Westen, Houtepen, van Seventer, van
der Bom, de Hoon, v.d. Eijnden en Roeien.
Vóór stemmen de leden Nagelkerke en Dirven.
De voorzitter concludeert dat het voorstel met 10
stemmen tegen en 2 stemmen voor is verworpen.
Waarna de voorzitter het voorstel van burgemeester en wethouders - voor
wat betreft sub. a. geammendeerd - in stemming brengt.
Vóór het voorstel stemmen de leden van Schaik, Hennekam,
Jansen, v.d. Westen, Houtepen, van Seventer, van den
Eijnden en Roeien.
Tégen stemmen de leden:
van der Bom en de Hoon, beiden met de opmerking dat
zij vóór het voorstel zouden hebben gestemd indien de
zinsnede op pagina 2, regel 3. luidende "namelijk bij
zeer grote dakvlakken" zou komen te vervallen.
De heer Nagelkerke;
De heer Dirven met de mededeling dat hij de maximale
breedte van 40?ó, voor woningen met een dakvlak van min
der dan 6.00 meter gewijzigd zou willen zien.
De voorzitter concludeert dat het voorstel met 8 stem
men voor en 4 tegen is aangenomen.