Notulen van het behandelde in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Prinsenbeek, gehouden ten gemeentehuize op donderdag 28 februari 1900. AANWE7IC: 1. P.W. Houtepen 2. A.J. van Seventer 3. J.Th.M, van der Bom 4. H.J.F.M. Dirven 5. Dm. R M.J. Hennekam 6. A.A. de Hoon 7. Mr J.R.A. Jansen 0. drs. J.G-L.C. Indewijks 9. L.C.J. Nageikerke 10. C.J. Roeien 13. G.J.M. van Gchaik 12. H.C. van der Westen AFWEZIG; A.J.d. van den Eijnden VOORZITTER; Mr L.K.N. Verwiel SECRETARIS: A.A.Th.M. Ceerards Opening Te 19.30 opent de voorzitter de vergadering met gebed. Als voorstemmer wordt aangewezen de heer Hennekam. Vaststelling notulen De notulen van de vergadering van 31 .januari 1980 worden vastgesteld met inachtneming van onderstaande opmerking van het lid Nageikerke en wethouder Houtepen De laatste opmerking van de heer Nageikerke bij agendapunt 6 op bladzijde 3 wordt als volgt gewijzigd: "Nadat de heer Nageikerke heeft kenbaar gemaakt dat namens zijn fraktie de heer Lodewijks wordt voorgedragen zitting te nemen in deze commissie, vraagt de voorzitter of het noodzakelijk is te stemmen, omdat de commissie 4 leden telt en er 4 candidaten zijn. Nadat overleg .is gepleegd met beide wethouders en secretaris, geeft hij de heer Jansen het woord. Deze verzoekt de heer Dirven mee te delen, cf hij zich candidaat stelt, waarop laatstgenoemde niet onmiddellijk reageert. De heer Jansen zegt dat het C.D.A. een eventuele candidaatsteLling van de heer Dirven zal steunen. Hierop stelt de heer Dir ven zich eveneens candidaat. De voorzitter sluit de discussie en gaat over tot stemming". Tenslotte wordt op bladzijde 3 bij agendapunt 6 na C. Roeien (10 stemmen) gelezen: "Niet benoemd is de heer Lodewijks (5 stemmen)". Dp verzoek van wethouder Houtepen wordt bij agendapunt 9, bladzijde 9 regel P. aangevuld met: "Er kan echter geen woningbouw plaats vinden". wethouder wethouder; lid lid; lid lid; lid lid; lid; lid; lid; lid met kennisgeving, burgemeester gemeente-secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 60