kunnen blijken te zijn ondernemers van buiten de gemeente toe te la'en.
Omdat zijns inziens in het thans voorliggende voorstel de informatie
ontbreekt om tot een verantwoord besluit te komen, verzoekt hij het
college voor de eerstkomende vergadering met een hernieuwd voorstel te
komen
De heer Dirven is het niet met de vorige spreker eens en vindt dat hei;
college met voortvarendheid heeft gehandeld, geheel in de geest met tiet-
geen daarover tijdens de algemene beschouwingen is gezegd. Het lijkt
hem een onmogelijke opdracht om binnen een maand rnet een tot in details
uitgewerkt plan te komen en hij acht het alleszins aanvaardbaar orn op
basis van de thans bekende gegevens tot aankoop te besluiten. Het komt
hem bovendien voor dat, gezien de grootte van de uit te geven percelen -
welke varieert van zo'n 500 tot 1.000 m?, het voor niemand een belom
mering zal zijn deze grond aan te kopen indien er een verschil van enkele
guldens per vierkante meter zal ontstaan tussen de werkelijke verkoop
prijs en de prijs zoals die op basis van alle thans bekende oeoevens
ruwweg kan worden begroot.
Mede gelet op het sterke verlangen vanuit de Prinsenbeekse ondernemers
naar een dergelijk bedrijventerrein pleit hij er met klern voor dat de
raad thans zal besluiten tot aankoop over te gaan.
De heer Hennekam wijst er op dat er een besluit genomen moet worden het
welk conseguenties zal hebben voor het milieu. Gesproken wordt over een
stuk bedrijventerrein en deze grond zal niet voor andere doeleinden
gebruikt kunnen worden, dat is duidelijk. Spreker is het er van harte mee
eens dat er gezocht wordt naar een mogelijkheid voor de Prinsenbeekse
middenstand, maar zijns inziens zullen er, alvorens een definitief be
sluit te nemen, twee zaken moeten worden onderzocht, nl. o) wat mag daar
precies gebouwd worden en b) wie zijn er geïnteresseerd in grondaankoop
en wie niet5 in het geval de grondprijs een bepaald bedrag te boven gaat.
De heer van der Viesten vraagt zich af wat er gaat gebeuren met de op
het onderhavige terrein staande woning. Indien deze woning zal blijven
staan wordt de frontbreedte van het terrein minimaal. Wordt daarentegen
besloten tot afbraak, dan zal dit zeer zeker in de grondprijs tot uit
drukking komen. Blijkens zijn informaties zou het bovendien noodzakelijk
zijn - ers dit in tegenstelling tot hetgeen daarover in het voorstel wordt
gezegd - méér dan 15?ó van de grond te verharden.
Ook hij is derhalve van mening dat er nog vele vragen beantwoord zullen
moeten worden alvorens een besluit kan worden genomen.
Namens zijn fraktie deelt do heer van der Bom mede het collegevoorstel
te zullen steunen. Wel vraagt hij extra attent te blijven op de toekom
stige verkeersproblematiek en te bevorderen dat de verkeersafwikkeling
niet via de toch al overbelaste Strijpensoweg en Heikantsestraat zal
plaatsvinden.
De heer Roeien zegt, ook in de laatst gehouden vergadering van de com
missie Ruimtelijke Ordening reeds duidelijk blijk te hebben gegeven dat
zijn opvatting over het al dan niet planologisch aanvaardbaar zijn van
dit voorstel zeer dicht bij die van het college staat. Hij betreurt, het
echter wel dat, waar in het voorstel reeds een raming worcfc gegeven van
het percentage te verharden terrein, het college heeft nagelaten eeri glo
bale verkoopprijs per vierkante meter te becijferen.
Het is zijn mening dat, indien de raad thans zou besluiten tot aankoop
over te gaan, dit besluit bij de Provincie zal moeten worden "hard ge
maakt", onder andere door overlegging van een eenvoudige exploitatie-
opzet.
Ook do heer Jansen zou het in hoge mate bevreemden indien de raad over
een dergelijk bedrag een besluit gaat nemen zonder kennis te hebben