-2-
Volgens de neer Dirven betekent dit dat een vroeger voorstel van de heer
Jansen om de beide raadsleden niet als zodanig in ae commissie Eikebos
zitting te laten nemen, daarmee van de baan is. Er rest hem geen andere
constatering dan dat de raadsleden die zitting hebben in de commissie
Eikebos, daarin uitdrukkelijk als raadslid vertegenwoordigd zijn.
De heer van der Westen vraagt zich af hoe de vraagstelling heeft geluid.
Indien men heeft gezegd dat bedoelde personen als raadslid zitting nemen
in de commissie Eikebos, twijfelt hij er niet aan of het antwoord zal
hebben geluid zoals door wethouder van Seventer werd verwoord. Zou men
echter hebben medegedeeld dat bedoelde personen weliswaar lid zijn van
de gemeenteraad doch niet als zodanig in de commissie zitting hebben,
dan zou het antwoord, zijns inziens, anders geweest kunnen zijn.
De voorzitter spreekt als zijn mening uit dat degene die zich bij de be
leidsambtenaren van de provinciale griffie heeft geïnformeerd, zijn vraag
stelling op de juiste wijze zal hebben geformuleerd.
Wethouder van Seventer citeert vervolgens uit de Memorie van Toelichting
op de wet waarin geschreven: "is dit verbod gerechtvaardigd door er op te
wijzen dat de vergoedingen en tegemoetkomingen die raadsleden ontvangen,
zijn gebaseerd op de totale werkzaamheden door hen als zodanig verricht".
De heer Lodewijks is van mening dat de discussie op deze wijze niet afge
rond kan worden; daar is de informatie ontoereikend voor. Het door de
wethouder qeciteerde geeft zijns inziens de heer Dirven gelijk. Dan name
lijk wordt geïmpliceerd dat een raadslid zittende in de beheerscommissie
Eikebos dat doet in het totaal van zijn werkzaamheden als raadslid, hetgeen
volgens de verordening niet juist is.
Een ander probleem echter is dat iemand die raadslid is niet uit dezelfde
gemeentekas als waaruit hij zijn vergoeding als raadslid ontvangt nog
andere vergoedingen voor andere werkzaamheden kan ontvangen. Indien dit
juist is geeft dit zijns inziens de heer Dirven ongelijk.
Wethouder van Seventer zegt vervolgens toe deze aangelegenheid nogmaals te
zullen onderzoeken.
Naar aanleiding van het verzoek van de heer Hennekam in de vergadering van
28 februari jongstleden om ae verkeersveiligheid rond het park Plantsoen/
Vijverstraat te verbeteren, deelt wethouder Houtepen namens het college
mede die maatregelen te zullen treffen, nodig om een veilig gebruik van
het voetpad te garanderen.
De heer Jansen deelt vervolgens mede dat hem een anoniem schrijven is toe
gezonden, ondertekend met "een tribunezitter"waarin hem wordt verweten
dat hij op grond van arrogantie en nonchalance zo zwak spreekt dat niemand
in deze zaal kan horen waarover hij het heeft. Spreker kan zich zeer wel
voorstellen dat hij somtijds vergeet bij het spreken de microfoon in te
schakelen, maar, indien dit al gebeurt, waarom wordt hij daarop niet ge
attendeerd? Wanneer men daarentegen meent over dergelijke zaken anonieme
brieven te moeten sturen waarin iemand kwalificaties als bovenbedoeld
worden toegedicht is men op de totaal verkeerde weg.
3) Ingekomen stukken:
a. Persoverzichten nrs. 6,7 en 8 van de Provincie Noord-Brabant;
b. Voorlicbtingsbulletins nrs. 49 en 30 van het Stadsgewest Breda;
c. Nieuwsbrief nr. 1 van de Beleidsoverlegcommissie West-Brabant;
d. Schrijven d.d. 3 maart 1980 van de gemeente Breda inzake financiële
afwikkeling grenswijziging Haagse Beemden;
e. Goedkeuring van Gedeputeerde Staten op de raadsbesluiten tot:
- 32e wijziging gemeentebegroting 1979 en 2e wijziging begroting woning
bedrijf 1979;
- 34e wijziging gemeentebegroting 1979;