-15- dat er wel degelijk grondslagen aanwezig zijn op basis waarvan Casema op dit moment het gelijk aan haar zijde heeft. Spreker zegt vervolgens toe de gehele zaak nog maals aan een nauwgezet onderzoek te zullen onderwerpen, maar verwacht nu al dat het er op neer zal komen dat het contract aangevochten zal moeten worden. De heer dansen is hetmet deze conclusie niet eens. Hij vindt dat Casema maar eens duidelijk moet maken wat er in het contract anders staat dan in de brief van 2-4-1976. Over déze brief gaat het, dat was de offerte en daar heeft de gemeenteraad een besluit op genomen. Aansluitend op hetgeen de wethouder hierover gezegd heeft, deelt de voorzitter namens het college mede dit punt te willen aanhouden. Hij stelt de raad voor dat het college aan Casema zal laten weten precies datgene wat hier ge speeld heeft. Gesteld zal worden dat deze zaak in de gemeenteraad aan de orde is geweest. De raad wenst zich te houden aan de offerte die uitgebracht is op 2 april 1976 en laat Casema nu maar eens aantonen dat Vervolgens zal ongetwijfeld duidelijk worden wie er gelijk heeft. Zijn betoog vervolgend met punt 2 zegt hij dat: "U heeft kunnen zien dat het college wel overwogen heeft een enquête in te stellen, maar daarvan uiteindelijk heeft afgezien. Daarvoor gold toch wel onder andere als motief een algemeen ervaringsgegeven zoals ons dat is medegedeeld, dat men het liefst over zoveel mogelijk kanalen wil beschikken. Een tweede punt waarover Burgemeester en wethouders zich niet hebben uitgesproken is of, en zo ja, in hoe verre de bevoegdheid in deze. van de overheid gaat. De belastingheffing, speelt daarbij een rol, daar zie ik wel onmiddellijk iets concreets tegenover. Dat kan ik niet van elke belasting zeggen. In zijn overwegingen heeft het college ook gezegd: indien er op een gegeven ogenblik 100 negatieve reacties komen, wat moet je dan doen? Het college wil best meegaan met die enquête, maar daar zal het u dan ook de neerslag van meegeven en dan is het aan uw raad, om te zeggen ja of neen. Er ligt een voorstel van burgemeester en wethouders om het zonder enquête te doen; u gaat verder, nou daar leggen wij ons zonder meer bij neer, het college heeft begrip voor de motieven die er aan ten grondslag hebben gelegen. De heer van der Bom gelooft, dat, indien het eerste punt in het voordeel van de gemeente zal uitvallen - waarvan hij overigens overtuigd is - automatisch negen programma's beschikbaar zijn voor f. 8,25, waarmee het gehele probleem is opgelost. Dan komt wel de vraag aan de orde, zo stelt de voorzitter, of we nü al met die enquête moeten beginnen. Met het besluit om ten aanzien van het houden van een enquête voorlopig een afwachtende houding aan te nemen, concludeert de voorzitter dat dit agendapunt voorlopig is afgesloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 93