Hij zegt toe dat, alvorens daadwerkelijk een besluit genomen moet gaan worden, deze zaak is uitgespit. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel besloten. 17) Voorstel tot verkoop in publieke veiling van het pand Kapelstraat 8 (voormalig bibliotheekqebouwtje) De heer van der Bom zegt dat zijn fraktie voorstander is van een publieke veiling, maar dan wel met de notitie die door de commissie financiën is gemaakt luidende dat eerst dan tot verkoop wordt overgegaan indien boven of gelijk aan het taxatiebedrag wordt ingeschreven. Ook de heer Lodewijks heeft met het voorstel weinig moeite. Gelet echter op de aard van het gebouwtje en de bedoelingen die men met de verkoop daarvan heeft, lijkt het zijn fraktie aanbeveling te verdienen om in de verkoopakte een clausule op te nemen waarin wordt bepaald dat het pand niet binnen een bepaalde periode - bijvoorbeeld 5 jaren - verkocht mag werden, teneinde zodoende te voorkomen dat het niet uit speculatieve overwegingen in andere handen zal overgaan. De fraktie van het C.D.A. heeft bij monde van de heer Jansen ten prin cipale eveneens qeen moeilijkheden met het collegevoorstel. Zijn fraktie ziet echter wel andere bezwaren en stelt derhalve het volgende voor. Laat de Raad thans een besluit nemen akkoord te gaan met publieke ver koop bij inschrijving; dat echter tot uitvoering van het na door Gede puteerde Staten te zijn goedgekeurd besluit zal worden overgegaan, nadat dit pand tussentijds benut zal werden voor een specifieke aangelegen heid binnen de gemeente waarbij tijdelijk hulp wordt geboden totdat in een definitieve oplossing is voorzien. Zonder namen te willen gaan noemen verduidelijkt spreker dat het hier handelt om een 76-jarig iemand. Samengevat is de beslissing van zijn fraktie positief ten aanzien van een publieke verkoop bij inschrijving mits, hanqende de tijd die in deze pro cedure nog nodig is, de verkoop pas zal geschieden nadat hulp verleend is aan de betreffende persoon en deze kan doorstromen in een definitieve bestemming. De heer van der Westen is van mening dat in de vergadering van de com missie financiën onvoldoende informatie is verstrekt. Daarin is name lijk op geen enkele wijze kennis gegeven van het feit dat dit pand tijde lijk nog ter beschikking zou komen van iemand die in een acute woning nood is komen te verkeren. Tijdens die vergadering, zo zegt hij, heeft hij te kennen gegeven tégen verkoop te zijn, juist op grond van zijn be kendheid met dit geval van acute woningnood. Overigens blijkt dit niet uit het verslag van de commissievergadering. Het bevreemdt hem dat hij, toen hij tijdens de fraktievergadering zijn mening wilde verwoorden, van zijn fraktiegenoot, tevens wethouder zijnde, te horen kreeg dat deze zaak inmiddels was opgelost en dat het college had besloten de persoon in kwestie tijdelijk in het onderhavige pand onderdak te verschaffen. Hij vindt dat een dergelijk besluit reeds in de commissievergadering bekend gemaakt had moeten worden. Maar, zo vervolgt spreker, "nu wordt er de Stichting Gertrudisoord bijgehaald. Inderdaad heeft de Stichting Gertrucisoord onlangs een schrij ven van de gemeente ontvangen met het verzoek om deze hulp te bieden. Door de stichting is daarop een schrijven verzonden waarin werd medegedeeld dat te zijner tijd de urgentie beoordeeld zou worden. Het is een normaal qeval van een gerechtelijke woningontruiming. Moet dit worden afgewenteld op de Stichting Gertrudisoord Iemand die voldoet aan de eisen die de Raad indertijd heeft gesteld aan de stichting ten aanzien van hoe te handelen bij toewijzing, wordt op deze manier wel geweld aangedaan. Niettemin, deze zaak heeft wel de volledige aandacht omdat de persoon in kwestie daarvoor wel de leeftijd heeft maar zich jammer genoeg pas heeft laten inschrijven n.l. toen de gerechtelijke uitspraak een feit was terwijl deze al jaren op de hoogte was van het feit dat hij de wo ning zou moeten verlaten".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 95