-19- ft cussieerd is geweest over dit nijpend geval. De beslissing zoals die eigenlijk door de heer Jansen is verwoord is eerst gisteren te plm. 17.00 uur genomen. In de vergadering van maandagavond was het voor de wethouder dan ook onmogelijk mede te delen welk besluit het college had genomen omdat dit eerst gisteren is gevallen. Wethouder van Seventer wil duidelijk maken datgene wat bij het college leeft, namelijk dat de uitdrukking "te zijner tijd" te zwak is omschre ven. Zodra het bestuur van de Stichting Gertrudisoord schriftelijk be vestigt dat de eerste de beste woning bestemd is voor deze persoon, gaat het college onmiddellijk accoord. De voorzitter zegt rekening te houden met hetgeen door de heer van der Westen is verwoord, namelijk én "helpen". Zodra het college de zekerheid heeft dat de eerst vrijkomende woning van de Stichting Gertrudisoord wordt toegewezen aan deze persoon k3n deze, voor wat betreft het college, onmiddellijk daarop volgend zijn intrek nemen in het onderhavige pand. Wethouder van Seventer stelt de gemeenteraad de vraag of deze akkoord kan gaan met de delegatie aan het college of aan de commissie finan ciën om het minimumbedrag vast te stellen. Op verzoek van de heer van den Eijnden formuleert de voorzitter het door de Raad genomen besluit, luidende dat men akkoord gaat met verkoop van het pand via publieke inschrijving waarbij een anti-speculatiebeding zal worden opgenomen. In de veronderstelling en het vertrouwen dat de toe komstige tijdelijke bewoner op zeer korte termijn een definitieve oplos sing zal worden geboden. De heer Lodewijks merkt op dat op het moment dat degene die nu een schrij nend geval is, een onderdak heeft gevonden, op datzelfde moment géén schrijnend geval meer is en van urgentie geen sprake meer is. Hij vindt dit toch wel gevaarlijk omdat er op dat moment andere schrijnende ge vallen kunnen zijn waardoor degene die nu wordt geholpen uiteindelijk niet geholpen wordt. De heer Roeien wenst een stemverklaring uit te brengen, omdat het oor spronkelijk voorstel is gewijzigd, en de term "inschrijving" is over genomen. In die situatie wenst hij aantekeningte hebben tegen gestemd. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform besloten. 18) Voorstel tot het vestigen van een erfdienstbaarheid van waterloop in het bestemminqplan Staart II door middel van een overeenkomst met Mevr. W.A.M. Boeren-Rommens, Dennenweg 4, alhier. Naar de mening van de heer Roeien is er een aantal zaken onduidelijk gebleven. Tijdens de behandeling van dit voorstel in de commissiever gadering heeft hij 3 concrete vragen gesteld. Door middel van een toe voeging op het commissieverslag heeft hij op één van die vragen een ant woord gekregen, namelijk dat het waterschap akkoord gaat met het aan leggen van deze overkluizing. Een tweede vraag was of het gebied waar men voornemens is woningen te gaan bouwen buiten het waterschapsverband ligt Is dit namelijk niet het geval dan zal dit consequenties opleveren voor de toekomstige bewoners daar. Ook blijkt uit het verslag dat de gemeente de duiker zal onderhouden maar uit de overeenkomst blijkt nergens dat de gemeente gerechtigd is onderhoud te voeren. Ook daar heeft hij op gewezen zonder er antwoord op te hebben gekregen, en zeker ten aanzien hiervan zou hij de garantie willen hebben dat als er een overeenkomst van erfdienstbaarheid wordt aangegaan, de gemeente ook in de gelegenheid is onderhoud te plegen. Ten aanzien van de tweede vraag - de eerste vraag is beantwoord - deelt wethouder Houtepen mede dat het antwoord kort kan zijn omdat geheel Prin senbeek onder de waterschapslasten valt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 97