-5- 5) Voorstel tot voterinq van een krediet inzake de betaling van kosten van de deskundige ten behoeve van de aankopen van grond en opstallen, oeleqen in het bestemmingsplan "Schaapskooi". Wethouder van Seventer vangt zijn betoog aan met uit de notulen van de ge meenteraadsvergadering van 29 januari 1981, het volgende te citeren: "De voorzitter sluit vervolgens de discussies en concludeert dat de gemeenteraad het college van burgemeester en wethouders heeft uitgenodigd opnieuw in onderhandeling te treden met de door aspirant-verkopers inge schakelde deskundige, met het doel deze er toe te brengen een gewijzigde declaratie in te zenden, gebaseerd op het werkelijk gemaakte aantal uren en werkelijk gemaakte onkosten". Vervolgens deelt hij mede, dat het college staande de vergadering bereid is het thans voorliggende voorstel in zo verre om te buigen, dat zal worden overgegaan tot betaling van de werke lijk door betrokkene gewerkte uren en gemaakte onkosten, echter met aftrek van de post onvoorzien, becijferd op 10%, welke eveneens in de declaratie is opgenomen. De heer Roeien zegt uit de woorden van de portefeuillehouder de indruk te hebben gekregen dat diens thans gefornu leerde voorstel, enigszins afwijkt van het door de commissie financiën uitgebrachte advies. Omdat zijn fraktie zich echter volledig schaart achter het advies van de commissie financiën vraagt hij of, en zo ja op welke punten het voorstel daarvan afwijkt. De heer Dirven is het eens met het voorstel om de post onvoorzien niet te betalen. Zijns inziens is het onzin om op basis van een nacalculatie nog een post onvoorzien op te nemen. Daarnaast echter is hij van mening dat er ook een verschil tot uiting gebracht zou moeten worden tussen de tarieven voor de uren waarop betrokkene heeft moeten onderhandelen en ad viseren en die welke hij nodig heeft gehad voor het bestuderen van alle relevante stukken. De hoogte van het bedrag voor de "direct gewerkte uren" is naar zijn mening alleszins acceptabel, doch die voor de "indirecte uren" zou aanmerkelijk lager moeten zijn. In navolging van hetgeen daarover in de com missie financiën is gezeqd, stelt spreker voor een gemiddeld uurtarief te bepa len geldend voor zowel de -indirecte als de directe uren, dit uurtarief te ver- menigvuldiaen met het aantal gedeclareerde uren en de uitkomst te verhogen met de gedeclareerde autokostenvergoeding. De heer Naqelkerke deelt mede het voorstel van de heer Dirven, dat in het verlengde ligt van het advies van de commissie financiën, te ondersteunen. Het bevreemdt hem dan ook dat het college staande de vergadering met een voorstel komt dat in belangrijke mate van het commissie-advies afwijkt. Bovendien - zo zegt hij - is hem van gezaghebbende zijde medegedeeld dat de gemeente in het geheel niet aansprakelijk is voor betaling van deze kosten omdat de gemeente in eerste instantie geen opdrachtgever is ge weest. Het zou wellicht anders zijn, indien op grond van bepaalde toe zeggingen van gemeentewege, de opdrachtgevers de hun in rekening ge brachte kosten zouden trachten te verhalen bij het gemeentebestuur. Spreker is het tenslotte absoluut niet eens met het - naar zijn zeggen - "gesjoemel met cijfers" en deelt mede aan het college-voorstel zijn steun te zullen onthouden. De heer de Hoon zegt uit vroegere discussies min of meer beluisterd te hebben dat er van gemeentewege inderdaad bepaalde toezeggingen zijn ge daan omtrent de betaling van de kosten van een in te schakelen deskundige. Zijns inziens past het de gemeente dan ook niet zich te gaan bewegen op het niveau van marktkooplieden en te trachten door middel van "handjeklap" op de onkostennota af te dingen. Naar zijn mening dient de gemeente dan ook óf de declaratie onverkort te voldoen, óf deze af te wijzen omdat hij geen opdrachtgever is geweest. In zijn beantwoording zegt wethouder van Seventer dat het college in eerste instantie gehandeld heeft conform het verlangen van de raad, en dat als re sultaat daarvan de onderhavige declaratie is ingekomen. Gehoord vervolgens de discussies in de raadscommissie financiën, heeft het college gemeend als nog met een voorstel te moeten komen om het eindbedrag van deze declaratie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 103