-10-
de raad over het pand Schutsestraat 27 wordt gesproken. Hij vindt, dat ook
nu het verzoek een andere strekking heeft dan een mogelijke uitbreiding,
dezelfde argumenten gebruikt moeten worden als die welke destijds werden
gebruikt. Het pand Schutsestraat 27 is uitgebreid tijdens de procedurebe
handeling rond het bestemmingsplan Buitengebied besproken. Tijdens die
discussie is heel duidelijk en in unanimiteit het standpunt ingenomen
dat het een goed besluit zou zijn om het onderhavige pand in de Kern-
randzone op te nemen. Later is de raad naar aanleiding van een bezwaarschrift
nogeens teruggekomen op deze zaak en ook toen hebben soortgelijke over
wegingen een rol gespeeld. Dat neemt echter niet weg dat er ooit - naar
hij meent in 1975 - namens burgemeester en wethouders een brief is uitge
gaan, waarmee bij de heer Duijnstee het vertrouwen is ge
wekt dat hij er op zou mogen rekenen zijn pand in de toekomst met 25?ó uit
te kunnen breiden. Hier is duidelijk sprake van een tegenstrijdigheid. Ener
zijds zou men van mening kunnen zijn dat bedoeld schrijven gehonoreerd moet
worden, zij het niet direct dan toch indirect door het nemen van een voor-
bereidingsbesluit, anderzijds heeft betrokkene in de jaren na 1975 niet
adequaat gereageerd op allerlei afwijzende beslissingen door daartegen niet
in beroep te gaan toen die mogelijkheid er was. Op grond van die laatste
overweging zou men geneigd zijn het voorstel van burgemeester en wethouders
over te nemen. Spreker is dan ook van mening dat, ongeacht welke tegen
strijdige uitspraken er wellicht in het verleden zijn gedaan, er de laatste
jaren althans een consequent beleid gevoerd is waarvan niet nu in een in
cidenteel geval moet worden afgeweken.
De heer van der Bom zegt het in grote lijnen met voorgaande spreker eens
te zijn. Hij erkent dat de raad de laatste paar jaren inderdaad een conse
quent beleid in dergelijke zaken voert. Echter, betrokkene heeft het pand
Schutsestraat 27 gekocht in de jaren daarvóór op grond van een belofte die
hem werd gedaan inhoudende dat hij zijn woning te zijner tijd met 25?ó zou
mogen uitbreiden. Spreker is dan ook van mening dat deze belofte moet worden na
gekomen en dat via het nemen van een voorbereidingsbesluit de mogelijkheid
geschapen moet worden aan betrokkene zijn wensen tegemoet te komen.
De heer Dirven memoreert dat de gemeente bij schrijven van 3 april 1975, in ant
woord op een schrijven van de heer Duijnstee van 21 maart 1975, heeft mede
gedeeld dat "in beginsel geen bezwaar bestaat tegen verbouwing van het
pand Schutsestraat 27 met een uitbreidingspercentage maximaal van 25". Onder
een pand dient een volledig gebouw te worden verstaan en hij vindt het dan
ook "spijkers op laag water zoeken" indien gezegd zou worden dat onder ver
bouwing niet verstaan kan worden aan- of bijbouwen?-. Spreker wenst tenslotte
met nadruk te stellen dat hij van mening is dat betrokkene de gelegenheid
moet worden geboden de hem gedane belofte te concretiseren.
De heer Roeien vangt zijn betoog aan met te zeggen dat het gebruikelijk is
een zaak niet ten tweede male in behandeling te nemen. Thans wordt een schrij
ven ten tonele gebracht waarvan destijds in raadscommissies uitdrukkelijk is
gezegd dat er weliswaar schoonheidsfouten zijn gemaakt doch dat er geen conse
quenties aan zouden worden verbonden. Hij vindt dan ook dat men had kunnen
weten hoe die brief van 1975 thans door de gemeenteraad zou worden uitge
legd. Los daarvan mag het als bekend worden verondersteld dat zogenoemde
postzegelplannen, waartoe het onderhavige plan zou behoren, de goedkeuring
van de provincie behoeven, hetgeen een vrijwel onmogelijke opgave is. Overigens
is ook zijn fraktie van oordeel, dat het uit een oogpunt van goede ruimtelijke
ordening niet gewenst is met dergelijke plannen in zee te gaan. Bij herha
ling is over deze zaak gesproken en zijn fraktie was en is nog steeds van
mening dat de belijning zoals die in het bestemmingsplan Buitengebied is
aangebracht een juiste is. Spreker denkt, dat bij een eventueel gevolg geven
aan het onderhavige verzoek, inde toekomst zoveel voorbereidingsbesluiten
zullen moeten worden genomen dat het landelijk gebied, gelegen langs de
Schutsestraat tot voorbij de kruising met de Zanddreef, van lieverlee binnen