-13-
wil overhevelen naar het Stadsgewest. Daaraan in zekere zin ook gekoppeld
het bespreekbaar maken om ook het bestuurlijk element van het Woonwagen-
schap onder te brengen bij het Stadsgewest. De raad van het Woonwagenschap
heeft adhesie betuigd aan het voorstel van het dagelijks bestuur in deze.
Ik moet u wel zeggen dat uw vertegenwoordiger in het Woonwagenschap, na het
college daarover gehoord te hebben, heeft gemeend te moeten tegenstemmen.
Uw raad zal zich te zijner tijd ook moeten uitspreken, alsmede de Stadsge
westelijke raad die zich nog zal moeten uitspreken. De motieven waarom ik
meende te moeten tegenstemmen waren a) waarom moet nu ineens een zaak waarvan
het de bedoeling is dat die binnen enkele iar~n is afc^ouwd, ondergebracht
worden bij een gexes^, middels een commissie w®onwagen' necgeen aanzienlijk
duurder is, en b) het dagelijks bestuur van het Stadsgewest wil het secre
tariaat in principe dan wel overnemen, maar in feite daaraan wel gekoppeld
dat dan ook het bestuurlijk element binnen het Stadsgewest zou plaatsvin
den. Ook daar heb ik bezwaren tegen. Wij hopen met zijn allen dat tussen
nu en vier of vijf jaar binnen de regio Breda de staanplaatsen zijn die
er moeten zijn en dan moeten de woonwagenbewoners gelijk gesteld worden
met ieder andere burger. Er behoeft in dat stadium dan ook geen aparte com
missie woonwagenzaken in het Stadsgewest te functioneren. Beide wethouders
waren met mij van mening dat, zolang deze zaak nog speelt, het gewenst is
aan de bron te blijven zitten. Zoals het behoort heerst ook daar echter de
democratie en'met 11 tegen 5 stemmen is dit geaccepteerd. Zodra Woonwagen
schap en Stadsgewest tot overeenstemming zijn gekomen, krijgt uw raad een
verzoek te behandelen tot wijziging van de regeling. Een en ander zal be
tekenen dat de gemeenschappelijke regeling te zijner tijd zal worden op
geheven. Ik vind het echter een goede zaak dat elk gemeentebestuur recht
streeks betrokken wordt bij deze zaak - hetgeen ik in andere zaken het Stads
gewest betreffende wel mis -, en dat wil het gemeentebestuur van Prinsenbeek
niet graag uit handen geven".
Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de vertegenwoordiger in de
Stichting Hagedonk, de heer de Hoon, wiens verslag als volgt luidt:
"Gebouwd in 1970/1971 biedt het verzorgingshuis "Hagedonk" momenteel huis
vesting aan 82 bewoners (66 alleenstaanden en 8 echtparen). Dit betekent
dat ca. 10,5% van de in ons dorp wonende bejaarden in Hagedonk zijn ge
huisvest. De gemiddelde leeftijd van deze bewoners bedraagt momenteel 81
jaar en 4 maanden. De opnamemogelijkheden van Hagedonk zijn de laatste ja
ren erg gering als gevolg van een relatief klein aantal mutaties door over
lijden en verplaatsing naar elders. Vanaf 1971 is de jaarlijkse opname ge
middeld per jaar 10 personen. Voor 1980 bestond deze opname uit 3 echtparen
en 5 alleenstaanden, (gemiddelde leeftijd 80 jaar-11 dagen) Als gevolq van
deze geringe opnamemogelijkheden wordt de wachtlijst van geindiceerden steeds
groter en de wachttijd langer. Een nare bijkomstigheid hierbij is dat de
psychische en fysieke toestand van de geindiceerden door het lange wachten
versterkt achteruit gaat. Als gevolg van de vastgestelde 7%-norm (vastge
stelde verzorgingscapaciteit) is uitbreiding absoluut onmogelijk.
Op dit moment staan bij Hagedonk ingeschreven 23 alleenstaanden (waarvan 13
uit Prinsenbeek en 10 van elders doch met een binding met Prinsenbeek) en
4 echtparen (waarvan 1 uit Prinsenbeek en 3 met een binding met Prinsenbeek).
Alle in 1980 opgenomen bewoners waren afkomstig uit Prinsenbeek behoudens
1 echtpaar. (Op dat moment waren geen Prinsenbeekse echtparen ingeschreven).
Mede als gevolg van de verdergaande ontwikkeling inzake inspraak en demo
cratisering heeft het bestuur van Hagedonk erg veel moeite gedaan om te
komen tot oprichting van een nieuwe bewonerscommissie (Het laatste lid
van deze commissie is in 1980 overleden). Gedurende de laatste 2 jaar
werd 5x een candidaatstelling georganiseerd. Het resultaat was dat bij
de laatste candidaatstelling 1 bewoner zich beschikbaar stelde. Te weinig
om tot verkiezing over te gaan want minimaal zijn 3 personen(b.v.5) daar
voor vereist. Gezien de hoge gemiddelde leeftijd van onze bewoners alsmede
de grote mate van verzorgingsbehoevendheid was het resultaat, hoewel