-15-
21) Mededelingen.
Deze zijn niet te doen.
Financieel heeft Hagedonk het jaar 1980 afgesloten met een batig saldo van
f. 67.633,09. Uit het accountantsrapport dat in de maartvergadering door het
bestuur werd besproken en vastgesteld blijkt dat dit saldo is beïnvloed door
de verrekening van het exploitatiesaldo 77/78. Een dezer dagen is dit accountants
rapport 1980 alsmede de begroting voor het jaar 1981 aangeboden aan burgemeester
en wethouders.
Ik realiseer mij, dat vele onderwerpen niet aan de orde kwamen. In het binnenkort
verschijnende Sociale Jaarverslag van Hagedonk over 1980 zult u nog een veelheid
van gegevens aantreffen. Het zal u allen persoonlijk worden aangeboden. Mocht
u desondanks thans nog vragen of wensen dienaangaande hebben dan zal ik die
gaarne vernemen"
Hierna vraagt de heer Dirven of er vanuit de Stichting Hagedonk reeds stappen
zijn ondernomen om te komen tot een betere samenwerking met de andere stich
ting, werkzaam op het gebied van de bejaardenhuisvesting.
De heer de Hoon antwoordt dat er vrij regelmatig overleg plaatsvindt doch dat
dit overleg, tot zijn spijt, niet altijd in een goede harmonie verloopt.
Namens zijn fraktie deelt de heer Roeien vervolgens mede zowel het verslag van
de voorzitter als van de heer de Hoon, erg op prijs te hebben gesteld. Hij hoopt
dat de gemeenteraad jaarlijks in de maartvergadering op dezelfde wijze geïnfor
meerd zal worden over het functioneren van de raadsvertegenwoordigers in de
verschillende besturen.
Als raadsvertegenwoordiger in de beheerscommissie Eikebos, deelt wethouder van
Seventer vervolgens mede op dit moment weinig toe te voegen te hebben op het
financieel overzicht dat de gemeenteraad tot nu toe iedere drie maanden krijgt
aangeboden. Voor wat betreft het functioneren van de commissie heeft spreker
niets dan lof, zij het dat die wellicht op een enkel onderdeel nog beter zou
kunnen. Hij hoopt dat de Prinsenbeekse bevolking steeds meer gebruik zal gaan
maken van het Eikebos en vindt dat nu, na anderhalf jaar open te zijn, de be
zettingsgraad reeds van dien aard is dat er geen reden tot pessimisme aanwezig
is.
De heer van den Eijnden vraagt of wethouder van Seventer er bezwaar tegen heeft
om de heer Dirven uit te nodigen een toelichting op diens woorden te geven. Hij
verwacht namelijk dat de heer Dirven, in plaats van op de financiële aspecten,
nader wenst in te gaan op het door de commissie gevoerde beleid.
De voorzitter antwoordt dat zulks niet mogelijk is. Duidelijk is dat namens de
raad wethouder van Seventer zitting heeft in de commissie Eikebos en dat die
van het functioneren van deze commissie verslag heeft gedaan op de wijze waar
van hij vond dat nodig was.
De heer Dirven wenst ten scherpste protest aan te tekenen tegen de gang van
zaken. Hij vindt dat het college zijn voorstel beter had moeten voorbereiden
en vooraf contact had moeten opnemen met de diverse raadsvertegenwoordigers.
Hij vindt het beneden peil dat eerst nu, bij aanvang van de behandeling van het
onderhavige agendapunt, wordt medegedeeld dat er sprake is van een vergissing.
De voorzitter merkt op dat diegenen in de gemeenteraad die door de raad zijn af
gevaardigd in de desbetreffende commissies, hiervoor schriftelijk zijn benaderd.
De heer Roeien zegt dat door de interventie van zijn fraktiegenoot, de heer van
den Eijnden, de indruk gewekt zou kunnen worden dat zijn fraktie van oordeel is
dat er een discussie vanuit twee raadsleden mogelijk zou kunnen zijn. Hij sluit
zich echter volledig aan bij hetgeen door de heer Lodewijks is opgemerkt met be
trekking tot de aanwijzing zoals die destijds in de gemeenteraad heeft plaatsge
vonden en waarbij in tweede termijn duidelijk is gezegd dan men daar niet per sé
als raadslid zijn plaats inneemt.
Hij denkt dat het verstandig is om vanuit dat gegeven verslaglegging te doen.
Hierna sluit de voorzitter de discussie.
