Notulen van het behandelde in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Prinsenbeek, gehouden ten gemeentehuize op donderdag 23 april 1981. AANWEZIG: wethouder; wethouder; lid; lid; lid; lid; lid; lid; lid; lid; lid; lid. met kennisgeving. burgemeester. gemeente-secretaris. Te 19.30 uur opent de voorzitter de vergadering met gebed. Als voorstemmer wordt aangewezen de heer J. van der Bom. 2) Vaststelling notulen. Twee leden van de gemeenteraad hebbenr: schriftelijk verzocht de notalen van de vergadering van 26 maart 1981 als volgt aan te vullen: - de heer Roeien wenst na de derde alinea op bladzijde 4 opgenomen te zien: "Dat het niet staande de vergadering tot een uitvoerige bedis- cussiëring van bedoeld stuk zou komen, mocht temeer worden afgeleid uit de rubricering daarvan en uit het voorstel om dit stuk ter af doening in handen van burgemeester en wethouders te stellen". - de heer van den Eijnden heeft verzocht de voorlaatste alinea van punt 8 op bladzijde 9, na "creëren van", aan te vullen met "voldoende speelruimte, dit wil zeggen dat, als er voor een gedeelte er een be stemming bijzondere bebouwing op ligt en deze op een later tijdstip wordt geëffectueerd, dat er dan nog voldoende ruimte overblijft voor schotveldjes" De voorzitter deelt vervolgens mede, dat, waar in de 11e regel van boven op bladzijde 13 gesproken wordt over "een schap" vermeld had moeten zijn "een gewest" en de zinsnede "in dit geval een Woonwagenschap" had moeten luiden "middels een commissie woonwagenzaken". Met inachtneming van deze aanvullingen respectievelijk correcties worden de .notulen vervolgens vastgesteld. 1. P.W. Houtepen 2. A.J. van Seventer 3. J.Th.M. van der Bom 4. H.J.F.M. Dirven 5. A.J.J. van den Eijnden 6. Drs. B.M.J. Hennekam 7. A.A. de Hoon 8. Mr. J.R.A. Jansen 9. L.C.J. Nagelkerke 10. C.J. Roeien 11. G.J.M. van Schaik 12. M.C. van der Westen AFWEZIG: Drs. J.G.L.C. Lodewijks VOORZITTER: Mr L.K.M. Verwiel SECRETARIS: A.A.Th.M. Geerards 1) Opening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 119