Naar aanleiding van de notulen merkt de heer van der Westen op dat de heer Dirven in de vergadering van 26 maart 1981 de vraag heeft gesteld of er vanuit de Stichting Hagedonk reeds stappen zijn ondernomen om te komen tot een betere samenwerking met de andere stichting, werkzaam op het gebied van de volkshuisvesting. Blijkens de notulen heeft de heer de Hoon daarop geantwoord dat er weliswaar vrij regelmatig overleg plaatsvindt, doch dat dit overleg, tot zijn spijt, niet altijd in een goede harmonie verloopt. Spreker zou r-vervolgens graag van de heer de Hoon willen vernemen wanneer die besprekingen hebben plaatsgevonden, met wie zij hebben plaatsgevonden en waarover zij hebben plaatsgevonden. Naar zijn mening dateert het laatste gesprek tussen de besturen van de Stichting Hagedonk en de Stichting Ger- trudisoord namelijk van 13 oktober 1977. De heer de Hoon antwoordt niet direct de bedoeling te hebben gehad te ver wijzen naar formele besprekingen tussen beide stichtingen, doch meer voor ogen te hebben gehad de toch vrij regelmatige contacten welke er in het nabije verleden tussen diverse vertegenwoordigers van de stichtingen zijn geweest alsmede het contact en besprekingen met de Raad voor het Bejaarden- werk De heer van der Westen constateert vervolgens dat de mededeling van de heer de Hoon tijdens de vergadering van 26 maart 1981, een onjuiste is geweest. De heer Roeien zegt dat tijdens de laatstgehouden vergadering aan enkelen de gelegenheid is geboden verslag te doen van hun functioneren in gemeen schappelijke regelingen of stichtingen. De heer Dirven heeft bij die ge legenheid vrij emotioneel gereageerd op het feit dat hem niet de gelegen heid werd geboden verslag te doen van het functioneren van de beheers commissie Eikebos. Hij zegt in een later stadium te hebben moeten con stateren dat zowel -de heer Dirven als de heer van der Westen, van het gemeentebestuur een schrijven heeft ontvangen waarin werd verzocht zich voor te bereiden op het doen van een verslag. Hij betreurt het dat, indien burgemeester en wethouders dan wel de voorzitter van de raad na het ver zenden van dit schrijven tot de conclusie komen dat uitsluitend zij die qualitate qua in een commissie zitting hebben, daarvan verslag mogen doen, de ontvangers van dit schrijven daarvan niet eerder bericht hebben gekre gen. De voorzitter antwoordt de mening van voorgaande spreker volledig te kunnen -delen. Echter, één uur vóór aanvang van de desbetreffende vergadering werd hij op dat feit geattendeerd zodat het te laat was betrokkenen daarvan nog tijdig in kennis te kunnen stellen. 3) Ingekomen stukken. a. Persoverzichten nrs. 9 t/m 12 van de Provincie Noord-Brabant; b. Voorlichtingsbulletins nrs. 74 en 75 van het Stadsgewest Breda; c. Brieven van Stadsgewest Breda: - d.d. 22 januari 1981 inzake het door de gewestraad vastgestelde regio naal plan afvalverwijdering; - d.d. 28 januari 1981 inzake de le wijziging begroting 1981 algemene dienst met betrekking tot een uit te voeren onderzoek naar de zinvol heid en mogelijkheid van een combinatie van de meldposten voor de stads gewestelijke brandweer en het ambulance vervoer; - d.d. 11 maart 1981 inzake de voorgang van de ontwikkeling van een regio nale onderwijsbegeleidingsdienst; -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 120