Als eerste spreker stelt de heer Dirven de vraag wat burgemeester en wethou ders van Prinsenbeek naar voren hebben gebracht tijdens de op 10 april jongst leden gehouden hoorzitting in het gemeentehuis van Nieuw-Ginneken* De voorzitter antwoordt dat bij Gedeputeerde Staten ontvangen was een door de gemeente Prinsenbeek ingediend bezwaarschrift tegen het bestemmingsplan Kievitsloop - Gageldonk Zuid II van de gemeente Breda. Naar aanleiding van dit en andere bezwaarschrift(en) heeft de gemeente Breda haar reacties kun nen geven. De hoorzitting was uitsluitend bedoeld om indien nodig bepaalde zaken nogeens uit te diepen, almede om het desbetreffende lid van het col lege van Gedeputeerde Staten de gelegenheid te bieden vragen te stellen over zaken waarover wellicht nog onvoldoende duidelijkheid bestond. De hoofdkern van het namens het college gevoerde betoog kwam erop neer dat de gemeente Breda, in het kader van de overdracht van het Prinsenbeekse gedeelte van het grondgebied De Haagse Beemden in 1976, destijds tenminste één concrete toe zegging heeft gedaan, namelijk het realiseren van een directe verbinding tussen de gemeente Prinsenbeek en Gageldonk. Deze afspraak is door de gemeente Breda niet nagekomen, welk feit door haar ook wordt erkend. Wel heeft de gemeente Breda drie alternatieven aangegeven voor een verbinding tussen Prinsenbeek en Gageldonk, doch die zijn niet van dien aard dat nog langer gesproken kan worden van een rechtstreekse verbinding. Het college heeft de gemeente Breda daarover tijdens de hoorzitting vrij fel aangevallen en het standpunt inge nomen dat eenmaal gemaakte afspraken dienen te worden nagekomen. Wanneer men nu stelt, dat de raad van de gemeente Breda in 1980 een gewijzigde structuur schets is voorgelegd met betrekking tot de hoofdwegen daarin, gaat het college er terecht vanuit dat met de studies daarover reeds in 1977/1978 begonnen is. Ondanks het feit dat zich ook in deze sfeer een continue evolutie voordoet, heeft het college duidelijk gesteld dat niet waargemaakt kan worden dat bin nen een periode van twee jaren concrete toezeggingen moeten worden gewijzigd en ingeruild voor alternatieven. Voor het lid van Gedeputeerde Staten, de heer Siepman, was dit aanleiding om tot driemaal toe aan de vertegenwoor digers van de gemeente Breda te vragen om aan te geven waarom men zich niet aan de toezeggingen heeft gehouden. Daarop konden zij geen naar het oordeel van de heer Siepman bevredigend antwoord geven. Een ander punt van zorg dat het college tijdens de hoorzitting te berde heeft gebracht had betrekking op de economische relatie tussen de gemeente Prinsenbeek en het Gageldonkse. Temeer daar verwacht moet worden dat de eerst komende jaren het gebied "de Haagse Beemden" niet die explosie van woning bouw zal kennen als in eerste instantie door de gemeente Breda werd verwacht. Een derde punt dat aan de orde is geweest had betrekking op een tunnel welke gecreëerd zou worden, niet uitsluitend bestemd voor fietsers doch ook voor autoverkeer. Ook aan dat punt was niet tegemoetgekomen. Desgevraagd deelt wethouder Houtepen mede dat de voorzitter op juiste wij ze heeft verwoord datgene wat tijdens de hoorzitting naar voren werd gebracht. Ten aanzien van de tunnel zegt hij nog dat die destijds gezien werd als een alternatief voor een rechtstreekse verbinding via de Gageldonkseweg De heer Dirven dankt de voorzitter voor diens uitvoerige antwoord en spreekt de hoop uit ook in de toekomst nauwgezet op de hoogte te worden gehouden van de ontwikkelingen. Zijns inziens is het van bijzonder groot belang dat de toezegging inzake een rechtstreekse verbinding tussen Prinsenbeek en Gagel donk gehandhaafd blijft. Hij vraagt zich tenslotte af, of de gemeente Prin senbeek geen andere stappen zou moeten gaan ondernemen om deze toezegging inderdaad af te dwingen. De voorzitter antwoordt dat het desbetreffende plan thans ter goedkeuring ligt bij Gedeputeerde Staten en dat, indien niet zou worden tegemoetgeko men aan de bezwaren van de gemeenteraad, daarvan mededeling zal worden ge daan. In dat geval staat beroep open bij de Kroon en zal het college de raad voorstellen op welke wijze ware te handelen. -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 122