-5- De heer Jansen zegt vervolgens te hebben moeten constateren dat de stadsge westelijke gezondheidsdienst voor wat betreft het onderdeel bedrijfsgenees kunde te kampen heeft met personeelsproblemen. Ziende dat de afdeling be drijfsgeneeskunde de zorg heeft voor 3.900 personeelsleden, kan hij zich deze problemen wel voorstellen. Het laten verzorgen van deze taak door één arts betekent in feite een overbelasting maar het aantrekken van een tweede arts voor een groep van deze omvang is financieel niet haalbaar. Spreker geeft het college dan ook de vraag in overweging of de huidige regeling van het onderdeel bedrijfsgeneeskunde binnen de stadsgewestelijke gezondheids dienst, wel de meest wenselijke is en of het wellicht niet meer de voor keur zou verdienen zich aan te sluiten bij een bedrijfsgeneeskundige dienst van voldoende omvang. Een ander - belangrijk - punt vindt spreker de bemerking welke in een van de bulletins wordt gemaakt ten aanzien van het Intergewestelijke Dorpenoverleg en waarin gesproken wordt over de kwalitatieve benadering ofwel de opvang van de eigen inwoners Van de kleine kernen. Hij vraagt het college zich te wenden tot het Stadsgewest, teneinde zich op dat niveau te laten informeren over mogelijke consequenties voortvloeiende uit een onlangs gedane uitspraak door de Raad van State. Spreker heeft namelijk de indruk dat de gemeente Breda als groeigemeente, binnen het Stadsgewest de enige gemeente is die nog opvang van inwoners van elders voorstaat en dat alle andere gemeenten hun uitbreidingen baseren op de behoeften van het eigen inwoneraantal. De uit spraak die nu echter voorligt zou het voor de kleinere gemeenten weieens onmogelijk kunnen maken hun standpunt ook in de toekomst te blijven toepassen en spreker zou het erg op prijs stellen indien er een stadsgewestelijke uit spraak zou komen voor alle gemeenten die daarbij betrokken zijn. Ten aanzien van de begrotingen 1981 en zaken de stadsgewestelijke brandweer aangaande, verwondert het spreker tenslotte te hebben moeten constateren dat de gemeente Prinsenbeek zich van reacties daarop heeft gemeend te moeten onthouden. Dat de gemeente Prinsenbeek geen reactie heeft gegeven - zo zegt de voorzitter - vloeit voort uit het feit dat wanneer men geen bemerkingen zou hebben dit niet behoefde te worden doorgegeven. Deze zaken zijn destijds wel in de raad aan de orde gesteld, echter zonder dat er bemerkingen over werden gemaakt. Voor wat betreft de opmerking die de heer Jansen gemaakt heeft over de bedrijfs geneeskunde deelt spreker mede dat het niet mogelijk is diens suggestie over te nemen. De gemeente Prinsenbeek is verplicht deze deeltaak in het kader van de gemeenschappelijke regeling onder te brengen bij het Stadsgewest. Niettemin zsl hij deze aangelegenheid te zijner tijd bij het Stadsgewest ter sprake brengen. Tenslotte zegt spreker toe ook de uitspraak van de Raad van State en de moge lijke consequenties daarvan, in het kader van het dorpenoverleg in een breder verband ter sprake te zullen brengen. Ten aanzien van het verzoek van de Stichting Cultureel Jongerencentrum, genoemd onder ad. s., deelt de heer Roeien mede te kunnen instemmen met de procedure zoals die door het college wordt voorgesteld. Zijn fraktie zal het echter wel op prijs stellen indien de desbetreffende commissie daarbij betrokken wordt. De voorzitter zegt zulks toe. De voorzitter geeft vervolgens het woord aan wethouder van Seventer die een toelichting wenst te geven op een in de commissie voor sport, cultuur en recreatie behandeld schrijven. Diens betoog luidt als volgt: "Ik wil beginnen met namens het college een bepaalde erkentelijkheid tentoon te spreiden ten opzichte van de commissie sport, cultuur en recreatie voor de door haar gevolgde weg. Dat in het verlengde van het stuk de zaak wat aangedikt is, of misschien wat scherp gesteld, vindt het college zeer be grijpelijk, omdat u ervan uitgegaan bent dat uw informant al die inlich tingen heeft gegeven die u ook geventileerd heeft. En nu wens ik op die inlichtingen die u heeft gekregen nader in te gaan. Inderdaad is in sep tember 1980 een krediet door u gevoteerd, zij het dat er toen nog enkele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 123