-10-
college de tijdelijke aansluiting van rijksweg 16 richting Zevenbergen graag
gewijzigd willen zien in een definitieve doortrekking van die Maasroute
vanaf rijksweg 16 op rijksweg 17. Spreker verwacht in dat geval van een
belangrijk deel van de overlast welke dagelijks wordt ondervonden, verlost
te zullen zijn.
De heer Roeien vindt het jammer, rekening houdend met de discussie in de
commissie ruimtelijke ordening, dat burgemeester en wethouders niet meer
afstand hebben genomen van het alternatief om een nieuwe aansluiting te
creëren van de weg Etten-Leur - Breda, ten noorden van de huidige dus
dichter in de buurt van Prinsenbeek komende. Zijn fraktie acht die aan
sluiting minder gewenst en het zou beter zijn geweest indien die gedachte
bij Rijkswaterstaat kenbaar was gemaakt. Voor wat betreft de Maasroute
verwacht spreker dat het een ijdele hoop zal blijken te zijn dat deze
route snel zal worden doorgetrokken ten westen van de weg Breda - Rotter
dam, gelet ook op de gedachten die hierover landelijk leven. Wetende ech
ter dat er een aanknopingspunt in kaart gebracht is - die bijna beoogt een
soort eindfase te zijn - voor een tijdelijke aansluiting richting Zeven
bergen, vindt hij dat daarop in ieder geval aangedrongen moet worden om
dat de voordelen daarvan voor de Prinsenbeekse kom veel eerder merkbaar
zullen zijn.
Spreker constateert vervolgens dat er in het college-voorstel sprake is
van een discrepantie in de aantallen te bouwen woningen. In de reactie
van het Stadsgewest wordt gesproken over een aantal van 1.200 woningen
voor. de periode 1980 - 2000 terwijl een plan zoals dat door de gemeente
raad, uitgaande van de bedoelingen van de doelstellingennota, is vastge
steld, spreekt over een aantal van 1.330 voor dezelfde periode. Het be
vreemdt spreker vervolgens dat het college in zijn nota zegt dat het
Stadsgewest van dit verschil op de 'hoogte gebracht zou moeten worden.
Zijns inziens had die reactie al kenbaar gemaakt moeten worden tijdens de
gewestraadsvergadering van begin april jongstleden.
De heer Dirven betreurt het dat, blijkens de mededeling van de desbetref
fende portefeuillehouder, het college op vrij laconieke wijze heeft ge
reageerd op het reeds in 1979 ingekomen schrijven van Rijkswaterstaat.
Van een aansluiting van rijksweg 58 op rijksweg 16 ter hoogte van de Leursebaan ver
wacht spreker voor zowel de gemeente Prinsenbeek als voor de gemeente Breda onverantwoorc
veel overlast. Met name gelet ook op het ook voor Prinsenbeek belangrijke recreatiege
bied Liesbos. Hij is dan ook van mening dat deze gevoelens van onrust als
nog via het Stadsgewest ter kennis worden gebracht van de Provincie.
Ten aanzien van de Maasroute getuigt het zijns inziens van weinig realis
me te verwachten dat rijksweg 16 ter hoogte van de gemeente Zevenbergen
zal worden doorgetrokken naar rijksweg 17. Ter ontlasting van de gemeente
Prinsenbeek pleit hij dan ook voor een aansluiting op de huidige weg tus
sen Wagenberg en Zevenbergen, zodat met name het vrachtverkeer rijks
weg 16 zal blijven volgen tot die aansluiting. Ook dit punt dient zijns
inziens sterk onder de aandacht te worden gebracht van het provinciaal be
stuur.
Met betrekking tot het in de toekomst te creëren spoorwegstation Haagse
Beemden is spreker van mening dat bij verdwijning van het viaduct nabij
"Burgst", gestreefd zal moeten worden naar een meer logische wegverbin
ding met de gemeente Prinsenbeek.
Namens zijn fraktie deelt de heer de Hoon mede zich grotendeels te kun
nen vinden in de door het Stadsgewest Breda geformuleerde reactie op het
ontwerp-streekplan West-Brabant en de aanvullingen daarop zoals verwoord
door de heren Roeien en Dirven.
Zich in zijn beantwoording richtend tot de heer Roeien, deelt de voorzit-
ter mede dat ten aanzien van de door deze geconstateerde verschillen in
de aantallen te bouwen woningen in de toekomst, enige weken geleden reeds