-17-
voor openbare 'werken, en omdat de heer Dirven zich geroepen heeft gevoeld dat
plan kwalificaties mee te geven als "flauwe-kul", "fantasierijk" en "belache
lijk", meent hij daar een enkel woord over te moeten zeggen. Zijns inziens mag
de heer Dirven aanmerkingen maken over de hoogte van hetbedraq. Dok aanmerkingen
mag hij maken over de vorm waarin het voorstel is gegoten, doch het gaat zijns
inziens te ver - en zou ook niet terecht zijn in de richting van de Grontmij -
om het plan de gebezigde kwalificaties mee te geven, waar telkenmale de com
missie openbare werken de vinger aan de pols heeft gehouden en nooit eerder derge
lijke uitlatingen zijn gedaan.
De heer Dirven zegt dat hij van aanvang af steeds met nadruk heeft gesteld dat
het zwembad "de Kuil" geen andere pretenties mag hebben dan te zijn een veilige
en hygiënische zwemmogelijkheid voor uitsluitend de plaatselijke bevolking. Alle
grootsere plannen heeft hij steeds afgewezen als zijnde niet betaalbaar voor de
Prinsenbeekse gemeenschap.
Zich in eerste instantie wendend tot de heer Jansen, deelt wethouder Houtepen
mede te zullen onderzoeken in hoeverre het mogelijk is diens suggestie om het
gevraagde krediet te zien als een uitvloeisel van een eerder genomen raadsbe
sluit, gestalte te geven.
Hij onderschrijft vervolgens ten stelligste de woorden van de heer Hennekam
er; benadrukt dat de Grontmij uitsluitend gewerkt heeft op gemaakte afspraken.
Zich tenslotte wendend tot de heer Nagelkerke, deelt spreker mede dat met de
feitelijke uitvoering van de werkzaamheden nog geen begin gemaakt is. Wel zijn
al die voorbereidingen inmiddels getroffen die het mogelijk maken onmiddellijk
daarmee te starten.
De heer Roeien merkt op uit de woorden van de wethouder beluisterd te hebben
dat deze bereid is de suggestie van de heer Jansen over te nemen. Niettemin,
vraagt hij daarbij de nodige voorzichtigheid in acht te nemen. Hij acht het
namelijk niet uitgesloten dat de jaarrekening van het jaar waarin het desbe
treffende raadsbesluit genomen is inmiddels is goedgekeurd zodat daarin geen
wijzigingen meer kunnen worden aangebracht.
Spreker stelt dan ook voor het gevraagde krediet beschikbaar te stellen en,
zo de suggestie van de heer Jansen alsnog uitvoerbaar is, het onder te brengen
bij dat raadsbesluit.
Met de toezegging dat de raad er op mag vertrouwen dat het college er voor
zal waken dat in de toekomst opdrachten worden gegeven zonder dat daarvoor
vooraf een prijsopgaven is ingediend, besluit de voorzitter vervolgens de
discussies en concludeert dat de raad zich kan vinden in het voorstel zo
als verwoord door de heer Jansen, hetwelk is overgenomen door het college
en nader werd gepreciseerd door de heer Roeien.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
aldus besloten.
11Voorstel tot het verlenen van een éénmalige subsidie aan de Raad voor het Be-
jaardenwerk Prinsenbeek voor de aanschaf van 30 etensdragers (pannensets)
Zonder hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel besloten.
12) Rapport inzake onderzoek naar de behoefte aan voorzieningen voor het plaatse
lijke kleuter- en lager onderwijs.
De heer Roeien merkt op dat het college-voorstel luidt om dit rapport voor
kennisgeving aan te nemen. Desondanks zou zijn fraktie het op prijs stellen,
indien kerngetallen uit dat rapport in een korte notitie bij elkaar gebracht
worden, opdat zij zich beter kunnen concentreren op ontwikkelingen welke zich