Notulen van het behandelde in de openbare vergadering van de gemeenteraad
van Prinsenbeek, gehouden ten gemeentehuize op donderdag 21 mei 1981.
AANWEZIG:
1. P.W. Houtepen
wethouder
2. A.J. van Seventer
wethouder
3. J.Th.M. van der Bom
lid;
4. H.J.F.M. Dirven
lid;
5. A.J.J. van den Eijnden
lid;
6. Drs. B.M.J. Hennekam
lid;
7. A.A. de Hoon
lid;
8. Mr. J.R.A. Jansen
lid;
9. L.C.J. Nagelkerke
lid;
10. C.J. Roeien
lid;
11. M.C. van der Westen
lid.
AFWEZIG:
Dr. J.G.L.C. Lodewijks met kennisgeving;
G.J.M. van Schaik met kennisgeving.
VOORZITTER:
Mr L.K.M. Verwiel burgemeester.
SECRETARIS:
A.A.Th.M. Geerards gemeente-secretaris.
1) Opening.
Te 19.30 uur opent de voorzitter de vergadering met gebed.
Als voorstemmer wordt aangewezen de heer H. Dirven.
2) Vaststelling notulen.
De voorzitter deelt mede dat op bladzijde 13 van de notulen van de ver
gadering van 23 april 1981, 3e regel van onder, achter "van Seventer",
moet worden opgenomen de zinsnede "om de discussie nu niet meer opnieuw
op te rakelen".
Met inachtneming van deze aanvulling worden de notulen vervolgens vast
gesteld.
Naar aanleiding van de notulen van 23 april jongstleden, constateert de
voorzitter dat tijdens die vergadering door de heer Jansen onder andere
aan de orde is gesteld de gang van zaken rond de bedrijfsgeneeskundige
zorg binnen het Stadsgewest. Naar aanleiding daarvan deelt hij mede dat
het college op 24 juni aanstaande daarover een gesprek zal hebben met een
bestuursdelegatie van het Stadsgewest, aangevuld met ambtelijke begelei
ding. Tijdens dat gesprek zal de door de heer Jansen aan de orde gestelde
problematiek tot onderwerp van gesprek worden gemaakt.
Een tweede punt van de heer Jansen had betrekking op begrotingsvoorstel
len van het Stadsgewest, waarop door het college niet zou zijn gereageerd.
Spreker deelt mede dat het college op de desbetreffende voorstellen in
derdaad niet gereageerd heeft omdat er vanuit de raad geen reacties naar
voren waren gekomen. Inmiddels is binnen het college echter wel het be
sluit genomen om in de toekomst, ook in die gevallen waarbij stadsgewest
telijke begrotingsvoorstellen in de gemeenteraad geen aanleiding hebben