gegeven daarop te reageren, daarvan mededeling te doen aan het Stadsge^
west.
Naar aanleiding van de mogelijke consequenties van een uitspraak van de
Raad van State inzake de afgifte van woonvergunningen - eveneens door de
heer Jansen aan de orde gesteld deelt spreker mede dat in een van de
laatste edities van het Weekblad voor de Nederlandse Gemeenten een arti
kel is gewijd aan dit probleem. Daarin wordt de vraag behandeld wat er
zich exact heeft afgespeeld, op welke wijze de voorzitter van de desbe
treffende Geschillenkamer heeft getoetst en welke de mogelijke consequen
ties daarvan zijn. Een van de conclusies welke door de schrijver van dat
artikel wordt getrokken luidt dat kranteberichten over deze zaak de af
delingsuitspraak zeer onjuist hebben weergegeven. De uitspraak heeft in
ieder geval geen betrekking op de gemeente Prinsenbeek, nóch - voor zo
ver tot nu toe valt te overzien - voor enige andere gemeente binnen het
Stadsgewest. Spreker zegt tenslotte toe ieder individueel raadslid een
copie te zullen zenden van het bewuste artikel uit "de Nederlandse Ge
meente"
Zoals ook verwoord in de notulen van de vergadering van 23 april jongst
leden - zo zegt vervolgens de heer Roeien - heeft hij bij die gelegen
heid namens zijn fraktie met genoegen geconstateerd dat het college van
burgemeester en wethouders ten aanzien van de keuze van een toekomstig
woonwagencentrum op dezelfde lijn zit als zijn fraktie, en bereid is ge
bleken dat standpunt met alle mogelijke middelen te verdedigen. Des te
meer heeft het hem dan ook verbaasd, zo vervolgt hij, uit Provinciaal
Blad nr. 37/81 te hebben moeten constateren dat Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant op verzoek van Burgemeester en wethouders van Prinsenbeek
goedkeuring hebben verleend aan een herziening van de grenzen van de be
bouwde kom terwijl uit de daarbij gevoegde tekening blijkt dat binnen
die nieuwe grenzen niet zijn opgenomen het sportcomplex gelegen aan "de
Heikant" nóch de locatie voor het toekomstig woonwagencentrum. Spreker
verwacht dat als gevolg daarvan, tijdens het verloop van de verdere pro
cedure, ernstige problemen kunnen ontstaan bi j het realiseren van de plan
nen zoals die door de gehele gemeenteraad worden voorgestaan.
Namens het college deelt de voorzitter mede zich nader te zullen laten
informeren over de wijze waarop en de gronden waarvoor het verzoek aan
Gedeputeerde Staten totstand is gekomen, en daarover in een volgende ver
gadering verslag te zullen doen.
De heer van der Bom zegt dat tijdens de vergadering van 23 april jongst
leden, door wethouder van Seventer namens het callege is toegezegd om de
raadsleden een uittreksel beschikbaar te stellen van het rapport inzake
onderzoek naar de behoefte aan voorzieningen voor het plaatselijke kleu
ter- en lager onderwijs. Niettemin, zovervolgt hij, heeft hij het be
loofde nog niet mogen ontvangen.
Wethouder van Seventer antwoordt dat het samenstellen van een uittreksel
uit het oorspronkelijke, vrij omvangrijke rapport, enige tijd vergt, doch
dat desondanks getracht zal worden de gevraagde gegevens zo spoedig mo
gelijk voorhanden te hebben.
3) Ingekomen stukken.
a. Persoverzichten nrs. 13 t/m 16 van de Provincie Noord-Brabant;
b. Voorlichtingsbulletins nrs. 76 en 77 van het Stadsgewest Breda;
c. Brief d.d. 14 april 1981 van het Stadsgewest Breda inzake het commen
taar op de evaluatienota BOC West-Brabant 1978 - 1980;
d. "Na inspraak zonneschijn" het basisplan openluchtrekreatie van het
Stadsgewest Breda - ter diskussie;
e. Besluit d.d. 10 april 1981 van het college van burgemeester en wet
houders tot verkoop van grond aan een tweetal personen in het bestèm-
mingsplan Staart II;
-2-