tweede alinea van punt 6 van de discussienota, luidende "met name het be studeren van de stukken, welke onderdeel uitmaken van de raadsagenda, zal door een betere voorbereiding zeker minder tijd vergen als in de huidige situatie". Hij vindt dat deze opmerking door eenieder zeer ter harte moet worden genomen omdat daarin een problematiek wordt gesignaleerd die zich inderdaad vrij frequent voordoet. Ook de heer Dirven zegt tegen de zogenaamde "en-en formule" geen bezwaren te hebben. Wel dient de primaire taak van de commissies te zijn het rdie- nen van advies aan de gemeenteraad, maar dat daarnaast demogelijkheid wordt gecreëerd in bepaalde gevallen burgemeester en wethouders van radvies te dienen valt zijns inziens alleen maar toe te juichen. Binnen de commissie ruimtelijke ordening is met deze werkwijze reeds gedurende een vrij lange periode ervaring opgedaan, en met bijzonder'goede resultatenVoor wat betreft de openbaarheid van commissievergaderingen is ook zijn'fraktie van mening dat dit tot minder gewenste situaties aanleiding zal kunnen geven. Ten aanzien van de notulering van de vergaderingen dient deze naar zijn me ning zodanig te zijn dat duidelijk per agendapunt wordt vermeld welk be sluit de commissie genomen heeft. In dit verband denkt spreker aan het in voeren van een besluitenregister'zodat voor eenieder duidelijk valt. waar te nemen welke besluiten door de diverse commissies zijn genomen, zonder zich uitvoerig in de verslaglegging te moeten gaan verdiepen. Spreker hoopt tenslotte dat het onderhavige voorstel door de gemeenteraad zal worden overgenomen, opdat in de resterende zittingsperiode voldoende ervaring kan worden opgedaan met het functioneren van de raadscommissies nieuwe stijl, welke ervaringen voor de nieuwe raad mogelijk bepalend kun nen zijn bij de keuze van de vorm van de alsdan te formeren commissie. Bij de behandeling van dit onderwerp - zo zegt vervolgens de heer Naqel- kerke - verkeert hij ten overstaan van de overige raadsleden in een ach terstandssituatie omdat de fraktie waartoe hij behoort, als enige, geen on derdeel uitmaakt van de commissie bestuurlijke zaken en derhalve ook niet over alle vbórinformatie beschikt. Hij blijft dit een betreurenswaardige situatie vinden en zou het bijzonder op prijs stellen indien daaraan als nog een einde zou worden gemaakt. De heer van der Westen onderschrijft de woorden van zijn fraktievoorzitter, de heer Jansen, waar deze gezegd heeft dat de "en-en formule" naar zijn me ning moet worden afgezwakt. Zijns inziens behoort de verantwoordelijkheid déar te worden gelegd waar die thuis hoort. De voorbereiding van de stuk ken behoort tot de taak van het college van burgemeester en wethouders en het is aan de raad om te beslissen of voorstellen al dan niet worden over genomen. In de onderhavige nota wordt ook opgemerkt dat de samenstelling van de commissies zodanig dient te zijn dat alle frakties daarin vertegen woordigd zijn. Daardoor ontstaat het gevaar dat er een: iraadsvergadering wordt gehouden vóór de feitelijke raadsvergadering. De heer Roeien zegt dat hij zich eveneens volledig kan vinden in datgene wat door zijn fraktievoorzitter is verwoord ofschoon hij persoonlijk meer neigt in de richting van het collegevoorstel. Naar aanleiding van de woor den van de heer van der Westen meent hij te moeten wijzen op de ervaringen welke zijn opgedaan binnen de commissie ruimtelijke ordening bij de voor bereiding van het - inmiddels door Gedeputeerde Staten goedgekeurde - be stemmingsplan Buitengebied. Zijns inziens is het mede te danken aan de vroegtijdige inschakeling van de commissie ruimtelijke ordening dat bedoeld bestemmingsplan met relatief weinig bemerkingen door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. Het verheugt hem dan ook dat de fraktie waartoe hij behoort - zij het wellicht wat aarzelend - zijn medewerking aan het voorliggende voorstel wenst te geven. In zijn beantwoording concludeert de voorzitter dat in principe alle frak ties op een lijn zitten. Er is waardering voor het rapport, de gekozen uit- -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 153