-8- gangspunten zijn juist, maar om nu al over te gaan tot een systeem waarbij de commissies dienen als commissies ex. artikel 62, lid 1, gaat enkelen te ver. Uit de discussies is hem opgevallen dat de openbaarheid van commissie vergaderingen naar zijn mening teveel aandacht heeft gekregen. Het voorstel van de commissie bestuurlijke zaken is ook geweest om voorlopig gedurende een bepaalde proefperiode in de nieuwe struktuur van start te gaan, en een eventuele discussie over de openbaarheid van de vergaderingen naar een la ter tijdstip te verschuiven. De belangrijkste filosofie achter het voorstel is om de raad en de leden uit de raad in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken bij het werk waarmee zij zich moeten bezig houden en waarover zij op een zeker moment een be slissing moeten nemen. De heer Jansen heeft gezegd van oordeel te zijn dat het standpunt van zijn fraktie dat van het college dicht benaderd. Spreker meent dat zulks juist is, zij het dan dat het college goed onderscheid moet maken en moet blijven spreken over de huidige raadscommissies, dus commis sies van advies aan de raad, waarbij echter het college van burgemeester en wethouders deze commissies kunnen gebruiken als een soort praatpaal, om be paalde visies naar voren te brengen of meningen te peilen. Tot de nieuwe raadsperiode blijven het inderdaad raadscommissies waarbij de "en-en for mule" afgezwakt wordt. De notulen van welke vergadering dan ook, of het een vergadering is als raadscommissie of als commissie waarin burgemeester en wethouders bepaal de adviezen vraagt of meningen peilt, zullen uiteraard bij elk lid van de raad terecht komen zodat ook elk raadslid op de hoogte kan blijven van wat er leeft en heerst binnen het bestuurlijke vlak in deze gemeente. Burgemeester en wethouders kunnen zich vinden in de visie van de heer Jan sen, daarbij met nadruk stellend dat op dit moment de openbaarheid van com missievergaderingen nog niet aan de orde is. Ten aanzien van de opmerking van de heer Nagelkerke over het feit dat zijn fraktie niet vertegenwoordigd is in de commissie bestuurlijke zöken, is het naar zijn mening aan de raad voorbehouden om eventueel te besluiten dat ge durende de resterende zittingsperiode van deze raad ook vanuit die fraktie een lid zitting neemt in deze commissie. Daartoe in tweede termijn het woord gekregen hebbend, zegt de heer Jansen dat het standpunt dat hij namens zijn fraktie heeft ingenomengeënt is op het feit dat op een zeker moment het begrip openbaarheid zeer beslist een rol gaat spelen. Gezien de omvang van deze gemeente is er voor hem nog geen aanleiding om te geloven in de werkzaamheid van een openbare commissiever gadering. Wanneer de nieuwe commissies gaan fungeren als adviescommissie ten behoeve van burgemeester en wethouders, kan het, naar zijn zeggen, om pragmatische redenen niet anders zijn dan dat zij openbaar opereren. Ove rigens is spreker het met de voorzitter eens dat over dit onderwerp eerst in een later stadium van gedachten gewisseld behoeft te worden. Nadat desgevraagd de heren van der Bom en Nagelkerke te kennen hebben ge geven niet de behoefte te hebben in tweede termijn te reageren, zegt de voor zitter naar aanleiding van het verzoek van de heer Dirven toe om in de ver slagen van de commissievergaderingen, onder ieder agendapunt een samenvat ting van de discussies dan wel een genomen besluit op te nemen, mét een aan tekening als één of meer van de leden hebben tegengestemd of een andere vi sie hebben kenbaar gemaakt. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens al dus besloten. Nadat de heren Jansen en Dirven hebVen verdocht om respectievelijk de behandeling van de agendapunten 7 en 9 uit te stellen tot na de koffiepauze, en nadat desgevraagd is gebleken dat deze voorstellen voldoende ondersteuning genie ten vanuit de raad, vervolgt de voorzitter de vergadering met aan de orde te stellen:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 154