De heer Hennekam veronderstelt dat de onderhavige verordening nooit ge toetst zal worden maar dat, indien zulks wel zou geschieden en de sug gestie van de heer Dirven zou worden overgenomen, de verordening onver bindend verklaard zal worden. Zowel de Drank- en Horecawet, alsook an dere wetten maken nu eenmaal een onderscheid tussen de verschillende sek sen zonder dat dit iets met discriminatie te maken heeft. Ten aanzien van de opmerking van de heer Nagelkerke dat de artikelen 7 en zouden kunnen komen te vervallen, antwoordt de voorzitter dat er een duidelijk verschil gemaakt moet worden tussen praktijk en theorie. In de praktijk kan het dienstig zijn om op grond van een desbetreffende bepa ling tegen mogelijke excessen op te kunnen treden. Voor wat betreft de bedenkingen die de heer Nagelkerke heeft tegen de combinatie sport/sterke drank, zegt de voorzitter die te kunnen delen maar dat hem, na overleg met het bestuur van de plaatselijke horecavereniging, is gebleken dat er tegen het schenken van sterke dranken in sportkantines geen bezwaar be staat. De heer van den Eijnden is van mening dat, indien het mogelijk zou blij ken om naar het gevoelen van de gemeenteraad bepaalde verbeteringen aan te brengen in wettelijke formuleringen, aldus gehandeld moet worden. De heer Dirven onderschrijft de opmerking van de heer Hennekam dat de wet van een hogere rangorde is dan een gemeentelijke verordening, doch hij ziet niet in wat het verschil is tussen het voorstel van de heer Jansen om het woord vrouwelijk tussen aanhalingstekens te plaatsen, en zijn voor stel om de kop te laten luiden "mannelijk en vrouwelijk personeel". In beide gevallen wordt namelijk van de oorspronkelijke tekst afgeweken. Los daarvan vindt hij dat in ieder geval de Prinsenbeekse verordening zo danig geformuleerd moet zijn dat zelfs maar een schijn van discriminatie wordt vermeden. Om die reden stelt hij voor het woord "vrouwelijk" te laten vervallen of, indien dat niet mogelijk blijkt, na het woord "vrou welijk" de woorden "en mannelijk" in te voegen. De voorzitter concludeert dat de heren van den Eijnden en Dirven van me ning zijn dat de tekst van hoofdstuk V aanpassing behoeft. Of de hogere wetgever zich daarmee kan verenigen zou in een later stadium wel blij ken. De heer Jansen hèeft voorgesteld de tekst ongewijzigd te laten en het'woord vrouwelijk tussen aanhalingstekens te plaatsen. Ook daarvan moet worden afgewacht of zulks door de goedkeurende instantie wordt geaccepteerd. De heer Nagelkerke heeft gesproken over de sluitingstijden van de kantines. Deze zaak is uitvoerig besproken met het bestuur van de plaatselijke ho recavereniging alsmede met de opperwachtmeester der rijkspolitie. Van de zijde van het college is toen voorgesteld om de sportkantines bijvoor beeld één of twee uren voor aanvang van de sportwedstrijden te openen en enkele uren na het beëindigen van die wedstrijden weer te sluiten. Met voorbeelden is toen van de zijde der sportverenigingen aangetoond dat zulks niet eenvoudig te realiseren is. Er komen clubs van buiten de ge meente die eerst ontvangen moeten worden, waarvan de leden zich vervol gens moeten omkleden waarna zij de mogelijkheid moeten hebben een drank je te nuttigen. Na afloop van de laatste wedstrijd wordt er veelal nog een "mental training" aan toegevoegd; worden er besprekingen gevoerd met trainers en jeugdleiders. Wel is door de sportverenigingen toegezegd er op toe te zullen zien dat van de gegeven situatie geen misbruik zal wor den gemaakt. Behoudens hoge uitzonderingen daargelaten, krijgen zij ook geen vergunning om tot 's-nachts 2 uur geopend te zijn. Op grond van die overwegingen en gelet ook op het terzake door de plaatselijke politie uitgebrachte advies, heeft het college besloten de sluitingstijd in prin cipe te handhaven op 01.00 uur. Wanneer dan gesteld wordt dat er sprake is van een oneerlijke concurren- -11-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 157